1
Monteren van de buitentemperatuursensor
1.1
De buitentemperatuursensor met de radiomodule koppelen
Afb.16
1.2
Locatie kiezen voor de buitentemperatuursensor
Afb.17
Aanbevolen locaties voor de buitensensor
2
1
Z
1/2 Z
1 Aanbevolen locatie
2 Mogelijke locatie
300020521 - v5 - 23012017
Elke buitentemperatuursensor heeft in de fabriek een uniek identificatie
nummer gekregen waarmee de radiomodule hem kan herkennen. Tijdens
het koppelen wordt het identificatienummer naar de radiomodule verzon
den.
MW-1000795-1
Het is belangrijk een plaats te kiezen waar de sensor de buitensituatie
goed en efficiënt kan meten.
1.2.1
Plaats de buitensensor op een locatie die aan de volgende kenmerken
voldoet:
2
1
H
1/2 H (min. 2,5 m)
1.2.2
Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende kenmer
ken:
1 Monteren van de buitentemperatuursensor
1. Zie de montagehandleiding van de radiomodule.
Aanbevolen locaties
Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het noor
den.
Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte.
Onder invloed van wisselende weersomstandigheden.
Beschermd tegen direct zonlicht.
Gemakkelijk toegankelijk.
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
Afgeraden locaties
Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
nl
1
2
MW-8800N001-3
8