Handmatige modus
5. Druk op UP (+) of DOWN (-) om het trainingsprogramma te kiezen, kies Handleiding (Tekening 4)
en druk op ENTER om te bevestigen.
6. Druk op UP (+) of DOWN (-) om de TIME/REMOTE/CALORIES/PULSE-waarde in te stellen en druk op
ENTER om te bevestigen.
7. Druk op de toetsen START/STOP om de training te starten. Tijdens de training kan de gebruiker de
UP en DOWN-toetsen indrukken om het laadniveau in te stellen van 1 tot 16.
8. Druk op de toetsen START/STOP om de training te pauzeren. Druk op de RESET-knop om terug
te keren naar het hoofdmenu.
Programmamodus
6. Druk op UP (+) of DOWN (-) om het trainingsprogramma te kiezen, kies Programma (Tekening 5)
en druk op ENTER om te bevestigen.
7. Druk op UP (+) of DOWN (-) om het programma van P01~P12 te selecteren, het programmaprofiel
wordt om beurten weergegeven.
8. Druk op UP (+) of DOWN (-) om de TIME van de training in te stellen.
9. Druk op de toetsen START/STOP om de training te starten. Tijdens de training kan de gebruiker op
de knoppen OMHOOG (+) of OMLAAG (-) drukken om het laadniveau in te stellen van 1 tot 16.
10. Druk op de toetsen START/STOP om de training te pauzeren. Druk op de RESET-knop om terug
te keren naar het hoofdmenu.
Tekening 5
Gebruikersprogrammamodus
7.
Druk op UP (+) of DOWN (-) om het trainingsprogramma te selecteren, kies het
gebruikersprogramma (Tekening 6) en druk op ENTER om te bevestigen.
8.
Druk op UP(+) of DOWN(-) om het laadniveau van 1~16 van elke kolom aan te passen, en druk op
ENTER om naar de volgende te gaan. (Kolom totaal =20)
9.
Houd de ENTER-knop ingedrukt om te beëindigen of af te sluiten.
10.
Druk op UP(+) of DOWN(-) om de trainingstijd in te stellen.
11.
Druk op de START/STOP-knop om de training te starten. Tijdens de training kan de gebruiker op
UP(+) of DOWN(-) drukken om het belastingsniveau van1~16 aan te passen.
Tekening 6