Fontastic GUS 010 T Instrucciones Para El Ensamblaje página 30

naar het andere uiteinde van de stalen kabel toe draaien. Nadat de laatste artikels 031098 en 001012 zijn
aangedraaid de uiteinden van de kabel inwikkelen met plakband, om te voorkomen dat ze gedurende het snijden
gaan rafelen. De stalen kabels afsnijden op een afstand van 15 mm vanaf de artikels 034041; de plakband eraf
halen en bedekken met de artikels 034042 en 001012. (fig. 1) (fig. 6) (fig. 7).
31. Het in elkaar zetten van het balustradewerk voltooien, de elementen 031064 insteken in het lagere deel van de
tussenbalusters 127010 en de elementen 031075 in het zijdeel van de treden (fig. 1).
In elkaar zetten van de balusterleuning R010
32. Het artikel 033063 aandraaien op de bintbalk 046036 met de schroef 011038 (fig. 1).
33. De elementen 033063 positioneren m.b.v. de elementen 002040 en 001004, op het trapbordes. Een
gat maken met een punt Ø 5 mm in het trapbordes, een tussenas behouden zodat er tenminste vier
tussenbalusters gemonteerd kunnen worden.
34. De tussenbalusters 127014 positioneren, de elementen 031069 naar buiten gedraaid, en het element 001004
aandraaien (fig. 1).
35. De rechtlijnige handregel 140018 bevestigen m.b.v. de elementen 002031 (fig. 1).
36. Afhankelijk van de positie van en van het bestaan van wanden rond het trapgat, zou het nodig kunnen zijn één of
twee extra tussenbalusters 127014 te positioneren (fig. 9).
37. In dit geval is het nodig een ruimte te beschouwen die even ver van de andere tussenbalusters of van de wand
afligt. Een gat maken in het trapbordes met een punt Ø 4,5 mm en monteren met de elementen 033063,
001004 en 002040 (fig. 1) (fig. 9).
38. Uiteindelijke montage van de balusterleuning aan de vloer. De positie bepalen van de tussenbalusters op de
vloer, elk gemiddeld 28 cm en op een afstand van 8 cm van de rand. Let op: voor de ronde balusterleuningen
de ronde handtrapleuning gebruiken om de afstand te bepalen van de tussenbalusters vanaf de rand van het
trapgat; deze afstand varieert afhankelijk van de straal van de geleverde ronde trapleuning. Een gat maken
met punt Ø 10 mm en de artikels 046015 inzetten, ze vastmaken met chemische hars (niet geleverd). De
artikels 033063 monteren met de elementen 009002 en 005001. De balusterleuningen (H= 910 mm) 127014
insteken in de artikels 033063, elk ongeveer een meter met de verstevigingbaluster 126034, en ze blokkeren
met de elementen 001004. De tussenbalusters aan de muur bevestigen, m.b.t. het element 033010, met
de artikels 008004, 011053 en 033056 (een gat maken met punt Ø 8 mm). De lengte van de trapleuningen
bepalen en het teveel wegsnijden. De trapleuningen 140018 of 140073 monteren op de tussenbalusters met
de elementen 002031, ze verenigen met de artikels 031076 en 046011 voor de rechtlijnige balusterleuningen
en de artikels 031073, 031077 en 002026 voor de ronde balusterleuning. De eventuele verbindingsartikels
033103, 033105, 033107 en de eindartikels 033103 monteren (fig. 16).
39. De kabels zetten in de op de tussenbalusters aanwezige artikels 034041, de artikels 031098 en 001012
positioneren op de tussenbalusters aan de uiteinden en ook op het midden geplaatst tussen de twee uiteinden
van de zijde van het balustradewerk. De kabels aandraaien op een van de twee uiteinden met de artikels
031098 en 001012, een uitsteeksel achterlaten van 15 mm ten opzichte van de bevestigingen 034041;
het artikel 034042 en 001012 afdekken. Met de hand de kabels aanspannen en aandraaien met de artikels
031098 en 001012 in opeenvolging naar het andere uiteinde van de stalen kabel. Nadat de laatste artikels
031098 en 001012 zijn aangedraaid, de uiteinden van de kabel inwikkelen met plakband, om te voorkomen
dat ze gedurende het snijden gaan rafelen. De kabels afsnijden op een afstand van 15 mm vanaf de artikels
034041; de plakband eraf halen en bedekken met de artikels 034042 en 001012 m.b.v. de geleverde lijm (fig.
1 - 6 - 7).
In elkaar zetten aan het einde
40. Om de trap nog steviger te maken in de tussenpunten, de elementen 033010 aan de muur vastmaken en deze
verenigen, m.b.v. de elementen 033056, met de tussenbalusters. Een gat maken met een punt Ø 8 mm en
elementen 008004, 011053, 011057, 005035 (fig. 12) (fig. 13) gebruiken.
In elkaar zetten van de trapleuning R020
41. Het element 005008 deblokkeren en de treden 103008 als een waaier uiteen doen. Nu is het mogelijk de trap
op te gaan.
42. De artikels 031067 monteren in de gaten van de treden met de rand naar boven gericht. (fig. 2).
43. Beginnend vanaf het trapbordes de tussenbalusters voor verbinding 127002 inzetten tussen de treden,
het element 033140 inzetten op elke trede, met de opening van de stift omhoog gericht. Indien nodig de
tussenbalusters 127002 snijden vanaf het lagere deel, om een hoogte van de trapleuning gelijk aan ongeveer
100 cm te verkrijgen.
44. De tussenbalusters met het element 033147 met het van gat voorziene deel omhoog richten (fig. 2) (fig. 9). Het
element 001013 van de onderste treden aandraaien en hoger, rekening houdend met de optrede (fig. 2).
45. Het verticaal zijn van alle gepositioneerde tussenbalusters nagaan. Opletten bij deze operatie omdat deze zeer
30 - GUS