wachsener die Aufsicht führt. Fahren Sie
mit dem Fahrzeug weder auf dem Meer
noch auf einer welligen Wasseroberfläche
und nicht auf Wasser mit starker Strö-
mung. Halten Sie sich von Stellen fern,
an denen Wellen aufgrund von starkem
Wind entstehen können. Vermeiden Sie
ebenfalls den Betrieb auf verschmutzten
Wasseroberflächen oder an Stellen, an
denen Wasserpflanzen dicht wachsen, an-
derenfalls kann es zu Störungen kommen.
Betreiben Sie Ihr Fahrzeug im offenen
Wasser mit der erforderlichen Sorgfalt und
unter Berücksichtigung der vorhandenen
Batterieleistung – vergewissern Sie sich,
dass Sie das Fahrzeug zurücksteuern
können, bevor die Batterieleistung zu
schwach wird.
VI - SICHERHEITS-
SCHALTUNG
Während des Gebrauchs kann das
Energievolumen innerhalb des Stromk-
reises erheblich ansteigen (beispielsweise
während eines 360˚ Spins).
In einem solchen Fall wird eine Sicher-
heitsschaltung das Fahrzeug für ungefähr
10 – 15 Sekunden abschalten. Während
dieses Zeitraums reagiert das Fahrzeug
nicht auf Signale des Senders.
Dies ist kein Defekt, sondern eine Sicher-
heitsmaßmaßnahme um die Elektronik zu
schützen. Nach dem erwähnten Zeitraum
wird das Fahrzeug in den normalen Be-
triebszustand zurückgesetzt.
FEHLERBEHANDLUNGEN
Gehen Sie sicher, dass das Gerät einge-
schaltet ist.
Vergewissern Sie sich, dass die Batterien
im Sender voll sind und im Fahrzeug
genügend geladen sind.
Überprüfen Sie, ob die Batterien im
Sender und im Fahrzeug in der korrekten
Richtung eingelegt sind (richtige Polarität).
Gehen Sie sicher, dass der Abstand
zwischen Sender und Fahrzeug 20 Meter
nicht überschreitet.
Zwei oder mehr Fahrzeuge mit derselben
Frequenz werden sich gegenseitig stören.
In eimen solchen Fall suchen Sie eine
andere Örtlichkeit auf oder proberen Sie
es später erneut.
Controleer de onderstaande titels I - V met
de schema´s op pagina´s 2, 3, 4, 5.
I - INHOUD EN KENMERKEN
A
Nano VaporizR
B
Zender
1
NANO VAPORIZR
A
Carrosserie
B
Voorwiel
C
Achterwiel
D
Aan/uit-schakelaar
(Op de onderzijde van het voertuig)
2
ZENDER
A
Zenderantenne
B
Stuurknuppel voor linkerwiel
C
Stuurknuppel voor rechterwiel
De zender heeft geen aan/uit-schakelaar.
Hij wordt automatisch ingeschakeld door
het bewegen van de stuurknuppels.
II - PLAATSEN VAN
DE BATTERIJEN
1
ZENDER
A
Schuif het deksel van het batterijvak in de
richting zoals getoond in de afbeelding en
druk zacht in het midden van het deksel
om het te openen.
B
Plaats een batterij van 9V (6LR61) over-
eenkomstig de poolaanduidingen (+/-) op
de bodem van het batterijvak.
C
Plaats het deksel van het batterijvak terug
in de omgekeerde volgorde van het verwij-
deren.
Controleer of de 9V batterij nog voldoende
lading heeft voordat deze geplaatst wordt.
Voor het verwijderen van de batterij volgt
u de installlatieprocedure in omgekeerde
volgorde.
NANO VAPORIZR
2
Dit product moet onder toezicht van een
volwassene worden gebruikt.
Controleer of de AA batterijen nog
voldoende lading hebben voordt deze
geplaatst worden.
A
Draai de schroef van de bovenste kap van
het voertuig los. Verwijder de kap zoals
aangegeven in de illustraties.
B
Draai de schroef van het batterijdeksel los
en verwijder het batterijdeksel.
C
Plaats 4xAA batterijen en let op de juiste
plaatsing van de + en - polen.
D
Plaats het batterijdeksel terug en draai de
schroef vast.
E
Plaats de bovenste kap van het voertuig
terug zoals aangegeven in de illustratie.
Draai daarna de schroef weer vast.
III - VOOR GEBRUIK
Zet het voertuig aan met de aan/uit scha-
kelaar.
IV - GASBEDIENING
A
VOORUIT (Duw beide knuppels naar
voren).
B
ACHTERUIT (Trek beide knuppels naar
achteren).
C
LINKSOM DRAAIEN (VOORUIT) (Duw de
rechter knuppel naar voren).
RECHTSOM DRAAIEN (ACHTER-UIT)
(Trek de rechter knuppel naar achteren).
D
RECHTSOM DRAAIEN (VOORUIT) (Duw
15
de linkse knuppel naar voren).
LINKSOM DRAAIEN (ACHTERUIT) (Trek
de linker knuppel naar achter)
E
LINKS RONDDRAAIEN. (Trek de linker
knuppel naar achter terwijl u de rechter
knuppel naar voren duwt).
F
RECHTS RONDDRAAIEN (Trek de rech-
ter knuppel naar achter terwijl u de linker
knuppel naar voren duwt).
V - VOORZORGSMAAT-
REGELEN TIJDENS HET
SPELEN
A
Rijdt met uw voertuig niet op de openbare
weg of op drukke plaatsen.
B
Wanneer het batterijvak nat is geworden,
moet u het volledig drogen voordat u het
product opbergt.
C
Bewaar het voertuig niet in de buurt van
een verwarmingslelement of dergelijke
waar de temperatuur kan oplopen. Ver-
wijder de batterijen van de zender en het
voertuig om het product na gebruik op te
bergen.
D
Dit voertuig werkt op het land en in het
water maar is niet volledig waterbesten-
dig. Als u het in water onderdompelt, kan
dit storing tot gevolg hebben. Zorg dat u
het voertuig grondig droogt nadat u het
voertuig in het water heeft gebruikt.
E
Toezicht van een volwassene is sterk
aanbevolen wanneer in de buurt van water
wordt gespeeld. Gebruik uw voertuig niet
in de zee en op water met deining of een
sterke stroming. Blijf uit de buurt van hoge
golven wegens hevige wind. Vermijd even-
eens gebruik op een vuil wateroppervlak
of op plaatsen die dik begroeid zijn met
waterpest: dit kan storing veroorzaken.
Wanneer u het voertuig in het water ge-
bruikt, moet u voldoende rekening houden
met de afstand en de lading van de batte-
rijen en zorgen dat uw voertuig bereikbaar
is voordat de batterijen leeg zijn.
VI - VEILIGHEIDS-CIRCUIT
Tijdens gebruik kan er in het electrische circuit
een te hoog stroomgebruik ontstaan (bijvoor-
beeld tijdens een 360 graden spin). In dat geval
treedt een veiligheidscircuit in werking die het
voertuig gedurende ongeveer 10-15 seconden
stopt. Tijdens die periode reageert het voertuig
niet op signalen van de zender. Dit is geen
defect maar een beveiligingsmaatregel voor het
electronisch circuit. Na deze periode reageert
het voertuig weer als normaal op de signalen
van de zender.
PROBLEEMOPLOSSING
Controleer of het voertuig ingeschakeld is.
Controleer of de batterij in de zender nog
voldoende vol zijn en de batterij van het
voertuig geladen is.
Controleer of de batterijen in de zender en
in het voertuig juist zijn geplaatst volgens
de poolaanduidingen.
Controleer of de afstand tussen de zender
en het voertuig niet meer dan 20 m is.
De bediening van twee of meer voertuigen
op dezelfde frequentie heeft onderlinge
storing tot gevolg. Kies in dat geval een
NANO VAPORIZR