Tips Voor De Werkzaamheden - Würth MD 12 Traducción Del Manual De Instrucciones De Servicio Original

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 29
Geeft de verlichte ring 1 bij het neerzetten op de te
onderzoeken ondergrond niet aan dat het gereed-
schap gereed is voor de meting, kan het meetgereed-
schap de ondergrond niet juist herkennen.
• Druk zo lang op de toets 10 tot de ring groen ver-
licht is.
• Als u vervolgens een nieuwe meting start en het
meetgereedschap op een andere muur plaatst,
moet u kort de toets 10 indrukken.
• In zeldzame gevallen kan het meetgereedschap
de ondergrond niet herkennen omdat de zijde met
het sensorgedeelte 12 en het typeplaatje 13 vuil
is. Maak het meetgereedschap schoon met een
droge, zachte doek en start de meting opnieuw.
Metaal
De functie „metaal" is geschikt om magnetische en
niet-magnetische voorwerpen onafhankelijk van de
gesteldheid van de muur te vinden.
Druk op de toets 9 om de functie „metaal" te acti-
veren. De ring 1 en de indicatie 4 boven de toets 9
zijn groen verlicht.
Is het gevonden metalen voorwerp van magnetisch
metaal (bijvoorbeeld ijzer), wordt in het display 3 het
symbool e weergegeven. Is het voorwerp van niet-
magnetisch metaal, wordt het symbool d weergege-
ven. Voor het onderscheid tussen de metaalsoorten
moet het meetgereedschap zich boven het gevonden
metalen voorwerp bevinden (ring 1 is rood verlicht).
Opmerking: Bij bouwstaalmatten en wapeningen in
de onderzochte ondergrond wordt over het gehele
oppervlak een uitslag in de meetindicatie i aangege-
ven. Bij bouwstaalmatten wordt altijd vlak boven de
ijzerstaafjes in het display het symbool e voor magne-
tisch metaal weergegeven. Tussen de ijzerstaafjes ver-
schijnt het symbool d voor niet-magnetisch metaal.
Stroomkabel
De functie „stroomkabel" is uitsluitend geschikt
voor het vinden van netspanningvoerende leidingen
(110–230 V).
Druk op de toets 8 om de functie „stroomkabel" te
activeren. De ring 1 en de indicatie 4 boven de toets
8 zijn groen verlicht.
Als een spanningvoerende leiding wordt gevonden,
wordt in het display 3 de indicatie f. Beweeg het meet-
gereedschap meermaals over het oppervlak om de
spanningvoerende leiding nauwkeuriger te lokalise-
ren. Nadat meermaals over hetzelfde gedeelte is
bewogen, kan de spanningvoerende leiding zeer
nauwkeurig worden aangegeven. Als het meetgereed-
schap zich zeer dicht bij de leiding bevindt, knippert de
verlichte ring 1 rood en klinkt er een geluidssignaal
met kort opeenvolgende tonen.
Aanwijzingen:
• Spanningvoerende leidingen worden in elke func-
tie aangegeven.
• Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelij-
ker worden gevonden als stroomverbruikers (zoals
lampen en apparaten) worden aangesloten op de
op te sporen leiding en deze verbruikers worden
ingeschakeld.
• Onder bepaalde omstandigheden (bij-
voorbeeld achter metalen oppervlakken of
achter oppervlakken met een hoog water-
gehalte) kunnen spanningvoerende leidin-
gen niet altijd worden gevonden. De
signaalsterkte van een spanningvoerende leiding
is afhankelijk van de plaats van de kabels. Contro-
leer daarom door verdere metingen in de nabije
omgeving of andere informatiebronnen of er een
spanningvoerende leiding aanwezig is.
• Niet-spanningvoerende leidingen kunt u als meta-
len voorwerpen met de functie „metaal" vinden.
Draadkabels worden daarbij niet weergegeven (in
tegenstelling tot kabels van massief materiaal).
• Statische elektriciteit kan ertoe leiden dat de leidin-
gen niet nauwkeurig, dat wil zeggen over een
groot bereik worden aangegeven. Om de indica-
tie te verbeteren, legt u uw vrije hand naast het
meetgereedschap plat op de muur om de statische
elektriciteit af te bouwen.

Tips voor de werkzaamheden

❏ De meetresultaten kunnen afhankelijk van
het principe door bepaalde omgevingsom-
standigheden nadelig worden beïnvloed.
Daartoe behoren bijvoorbeeld de nabijheid
van apparaten die sterke magnetische of
elektromagnetische velden opwekken,
vocht, metaalhoudende bouwmaterialen,
met aluminium beklede isolatiematerialen
en geleidend behang of geleidende tegels.
Raadpleeg daarom voor het boren, zagen of frezen
in muren, plafonds of vloeren ook andere informa-
tiebronnen (bijvoorbeeld bouwtekeningen).
Voorwerpen markeren
U kunt gevonden voorwerpen indien nodig markeren.
Meet zoals u gewend bent. Als u de grenzen of het
midden van een voorwerp heeft gevonden, markeert
u de gezochte plaats door de markeringsopening 2.
44

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

5709 300 800

Tabla de contenido