Gids voor het verhelpen van storingen
Voordat u om reparatie vraagt, verzoeken wij u de volgende controles uit te voeren. Wanneer u twijfelt over sommige van de controlepunten,
of wanneer de aangegeven oplossingen in de tabel het probleem niet oplossen, raadpleegt u uw handelaar voor instructies.
g Algemene storingen
Onjuiste display of het afspelen begint niet
•
U hebt de cd onjuist ingelegd. Leg het op de juiste manier in.
•
De cd vertoont krassen of is vuil (Tracks worden overgeslagen).
•
Er zit vocht op de lens. Wacht ongeveer een uur en probeer het
vervolgens opnieuw.
De MP3 kan niet worden afgespeeld
•
Het kan zijn dat u geen MP3 kunt afspelen wanneer een multisessie
cd hebt opgenomen dat geen gegevens bevat tussen de sessies.
•
Wanneer u een multisessie cd creëert, is het nodig om de sessie te
sluiten.
•
Het aantal gegevens op de cd is te klein. Stel het aantal gegevens in
op meer dan 5 MB.
Er wordt ruis gehoord of er is geen geluid
•
Geruis kan voorkomen bij het afspelen van de MP3 wanneer de
opnamekwaliteit slecht is.
•
Houd dit apparaat uit de buurt van mobiele telefoons wanneer er
storing blijkt.
•
Verhoog het geluidsvolume.
•
Schakel het apparaat uit, controleer en corrigeer de aansluiting,
en schakel vervolgens het apparaat aan. De oorzaken bevatten
de belemmering van de luidsprekers vanwege een te groot
geluidsvolume of stroom, en het gebruik van het apparaat in een
warme omgeving.
Brommend geluid tijdens afspelen
•
Er bevindt zich een ander netsnoer of een TL-lamp in de buurt van de
aansluitkabels. Houd andere apparatuur en snoeren uit de buurt van
de kabels van dit apparaat.
Een kloppend geluid of ruis wordt gehoord tijdens de ontvangst
van een radiozender
•
Schakel de Tv of een andere geluidsinstallatie uit of haal het uit de
buurt van het apparaat.
•
Schakel de draagbare geluidsinstallatie uit deze aangesloten is aan
de AUX-poort.
Lage bromtoon of ruis tijdens AM-uitzendingen
•
Houd de antenne uit de buurt van andere kabels en snoeren.
•
Houd de AM-antenne uit de buurt van het apparaat.
Het TV-beeld in de buurt van de installatie verdwijnt of bevat
strepen
•
De plaats en de richting van de antenne zijn niet juist.
•
De tv-antennedraad ligt te dicht bij dit systeem. Zorg er voor dat
de antennedraad van het tv-toestel ver genoeg van dit systeem
verwijderd is.
Geen reactie wanneer er op de toetsen van de afstandsbediening
wordt gedrukt
•
Controleer of de batterijen op de juiste manier in het apparaat zijn
geplaatst (➡ bladzijde 7).
g Display
"--:--"
•
U hebt het netsnoer voor de eerste keer in het stopcontact gestoken
en er is kort geleden een stroomstoring geweest. Stel de tijd in
(➡ bladzijde 10).
"ADJUST CLOCK"
•
De klok is niet ingesteld. Stel de klok op de juiste manier af.
"ADJUST TIMER"
•
Afspeeltimer is niet ingesteld. Stel de afspeeltimer op de juiste manier af.
12
62
62
"PGM FULL"
•
Het aantal geprogrammeerde tracks is beperkt tot 24. Er kunnen geen
andere tracks geprogrammeerd worden.
"NO PLAY"
•
Er is een cd-rom ingevoerd dat niet het CD-DA- of het MP3-formaat
heeft. Het kan niet worden afgespeeld.
"ERROR"
•
Er werd een verkeerde bediening uitgevoerd. Lees de
gebruiksaanwijzing en probeer het opnieuw.
"F61" of "F76"
•
Er is een probleem met de stroomtoevoer. Neem contact op met uw
handelaar.
"AUTO OFF"
•
Het apparaat is gedurende ong. 29 minuten niet gebruikt en zal
over een minuut uitgeschakeld worden. Druk op een toets om dit te
annuleren.
"ILLEGAL OPEN"
•
De schuifdeur zit niet in de juiste positie. Zet het apparaat uit en
vervolgens weer aan.
"NODEVICE"
•
De iPod/iPhone is niet op de juiste manier ingevoerd. Lees de
gebruiksaanwijzing en probeer het opnieuw (➡ bladzijde 11).
"REMOTE 1"
•
Het hoofdapparaat staat in de modus "REMOTE 1". Schakel de
afstandsbediening over naar de "REMOTE 1" modus (➡ bladzijde 10).
"REMOTE 2"
•
Het hoofdapparaat staat in de modus "REMOTE 2". Schakel de
afstandsbediening over naar de "REMOTE 2" modus (➡ bladzijde 10).
g iPod/iPhone
De iPod/iPhone gaat niet aan
•
Controleer of de batterij van de iPod/iPhone niet volledig leeg is
voordat u deze aan het apparaat aansluit.
•
Voordat u uw iPod/iPhone in de dock invoert, zet u zowel het apparaat
als de iPod/iPhone uit. Zet het apparaat vervolgens weer aan de
stroom en selecteer de juiste bron.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers
•
De iPod/iPhone is niet op de juiste manier in het dock ingevoerd. Zet
de iPod/iPhone uit, verwijder deze van de dockaansluiting. Voer de
iPod/iPhone opnieuw in en zet deze opnieuw aan.
•
Verzeker u ervan dat de iPod/iPhone aan het afspelen is.
•
Het volume instellen.
Vervormd geluid of het geluidsniveau is te laag
•
Verzeker u ervan dat de equalizerfunctie van uw iPod/iPhone
uitgeschakeld is.
De iPod/iPhone kan niet bediend worden door de afstandsbediening
of het hoofdapparaat
•
Verzeker u ervan dat de iPod/iPhone op de juiste manier in het dock
is ingevoerd.
•
Controleer de aansluiting van de dock en verzeker u ervan dat de
iPod/iPhone geselecteerd is als de muziekbron (➡ bladzijde 11).
De iPod/iPhone laadt niet op
•
Controleer alle aansluitingen (➡ bladzijde 3, 11).