De bediening van het apparaat bevindt zich aan de binnenzijde. Controleer of de thermostaat op stand 0 staat. Controleer of de
spanning overeenkomt met de spanning die vermeld is op het typeplaatje en steek de stekker in het stopcontact.
Temperatuur instellen
Met gebruik van de thermostaat kunt u het apparaat aan zetten en de temperatuur in de koelkast veranderen.
De mogelijke standen van de thermostaat:
Stand 0
- geen koeling, wel stroom
Stand 1
- maximale temperatuur, minst koud
Stand 2-5
- optimale temperatuur
Stand 7
- minimale temperatuur, meest koud
Stel de temperatuur in met de thermostaat en kies een stand tussen 1 en 7. Wij adviseren u het apparaat in te stellen
op de stand 4. Het apparaat zal nu continue koelen tot de ingestelde temperatuur is bereikt. Laat het apparaat op temperatuur
komen voordat u het met levensmiddelen vult. Dit duurt meestal 2 tot 3 uur. Daarna kunt u de thermostaat op de gewenste
stand zetten en het apparaat vullen met levensmiddelen.
Om het apparaat uit te zetten, zet u de thermostaat op stand 0 en verwijder de stekker uit het stopcontact.
Attentie:
De omgevingstemperatuur, de frequentie van het openen van de deur en de positie van het apparaat hebben invloed
op de temperatuur in het apparaat. Houd hier rekening mee met het instellen van de thermostaat.
• Plaats geen heet voedsel in het apparaat.
• Plaats nooit gevaarlijke, licht ontvlambare of explosieve stoffen zoals alcohol, aceton of benzine in het apparaat omdat
er een kans op explosiegevaar is.
• Pak vlees en vis goed in om nare geuren te voorkomen.
• Plaats geen voedsel tegen de achterwand van het apparaat.
• Laat voldoende ruimte tussen de verschillende levensmiddelen om de lucht goed te kunnen laten circuleren.
• Laat de deur niet langer open dan noodzakelijk.
• Een hoge omgevingstemperatuur beïnvloedt het energieverbruik nadelig. Ook direct zonlicht en andere warmtebronnen
in de buurt van het apparaat hebben een ongunstige invloed.
• Houd de ventilatieopeningen vrij. Afgedekte en vervuilde openingen veroorzaken een hoger energieverbruik. Zorg voor
voldoende ruimte rondom de koelkast zodat een goede ventilatie en luchtstroming rondom het apparaat mogelijk is.
• Open de deur van het apparaat niet vaker dan nodig is en laat de deur zo kort mogelijk open.
• De afstand tussen de schappen en de achterwand zorgt voor een vrije luchtcirculatie. Plaats dus geen levensmiddelen tegen
de achterwand.
• Zet de thermostaat op een lagere stand als de omstandigheden dat toelaten.
• Laat gekookt voedsel wat u in het apparaat wilt bewaren eerst afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het in het
apparaat legt.
• Rijp of ijs zorgen ervoor dat het stroomverbruik toeneemt. Verwijder deze daarom regelmatig zodra ze 3 tot 5 mm dik zijn.
• Een deurrubber dat niet goed sluit kan het stroomverbruik verhogen. Laat het daarom op tijd en door een vakman vervangen.
• Als de instructies niet worden nageleefd dan kan dat leiden tot een hoger stroomverbruik.
Houd u aan de volgende instructies om besmetting van voedsel te voorkomen
- Wanneer de deur langere tijd open blijft kan de temperatuur in de compartimenten van het apparaat significant stijgen.
- Reinig oppervlakken die in contact met voedsel kunnen komen en toegankelijke afvoersystemen regelmatig.
- Bewaar rauw vlees en rauwe vis in geschikte verpakkingen in de koelkast zodat deze niet in contact komen met ander
voedsel of vloeistof op ander voedsel kunnen lekken.
- Diepvriescompartimenten met twee sterren zijn geschikt voor het bewaren van reeds bevroren voedsel, het bewaren
of maken van ijs en het maken van ijsblokjes.
- Compartimenten met één, twee of drie sterren zijn niet geschikt voor het invriezen van vers voedsel.
GEBRUIK
TIPS
NL - 15