TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
De acculaders uit de serie BOOST zijn zeer compacte en veelzijdig te gebruiken apparaten, zoals bijvoorbeeld voor het
laden van loodbatterijen, batterijen met elektrolytische vloeistof en voor het starten van een auto. Er zijn twee uitgaande
spanningen: 12V en 24V. Voeding 230V/50Hz.
De acculader is voorzien van een stroomkabel met stekker, een klem met pluspool (rood) en een klem met minpool
(zwart). De acculader is met twee verwisselbare zekeringen beveiligd tegen eventuele kortsluitingen.
De acculader is voorzien van een thermische beveiliging, die in werking treedt zodra de spoel van de transformator de
maximale toelaatbare temperatuur overschrijdt. Dan slaat de wijzer in het display naar het minimum en geeft zo het
onderbreken van het laden aan. Het laden wordt weer hervat zodra de temperatuur onder de toegestane waarde komt.
Om het laden te beëindigen, moeten de verbindingen in de juiste volgorde losgehaald worden: het stroomnet, het
chassis, de accu. De laadtijd kan bij benadering geschat worden. Als met de capaciteit van de accu, in Ah, door de
laadstroomsterkte l
deelt. Bijvoorbeeld voor een accu van 80Ah (ampère-uur) en met een stroomsterkte l
2
een capaciteit van t=80/10=8h (uur) gegeven.
Na beëindiging van het laden gaat de wijzer van het laaddisplay trapsgewijs naar het minimum.
Als de acculader niet oplaadt, de volgende handelingen uitvoeren:
1) Controleren of de zwarte tang (-) verbonden is met (-) pool van de accu of het chassis en de rode tang (+) met
de positieve pool (+) van de accu
2) Zekeringen doormeten en indien deze zijn doorgebrand vervangen
3) Controleren of stroom uitstaat en of de kabels goed bevestigd zijn
4) Controleer of de thermische beveiliging ingeschakeld is
Werkt de acculader na deze controles nog niet, dan dient contact opgenomen te worden met een technische dienst.
De gekleurde bedrading van de toevoerkabel dient als volgt aangesloten te worden:
BRUIN = FASE
BLAUW = NULLEIDER GEEL-GROEN = AARDE
OPMERKING:
Mocht de toevoerkabel beschadigd zijn, dan dient deze direct vervangen te worden door een vakman, omdat hiervoor
speciaal gereedschap noodzakelijk is.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN:
Om de veiligheid van de gebruiker te garanderen, dienen de volgende voorschriften opgevolgd te worden:
1) Voor gebruik de gebruiksaanwijzing aandachtig lezen
2) Stroom uitschakelen voordat de contacten aangesloten of verwijderd worden.
3) Let op: explosieve gassen – voorkom het ontstaan van vlammen en vonken – tijdens het laden goed ventileren!
4) Uitsluitend aansluiten op een stopcontact met aarde.
5) Het apparaat niet in de regen gebruiken
6) De aansluittangen en –klemmen altijd goed schoon houden
7) Let op dat polariteitswissel voorkomen wordt
8) Het apparaat bevat onderdelen, zoals de schakelaar en het relais, die vonken en een lasboog kunnen
veroorzaken. D.w.z. dat, als de acculader in garages e.d. gebruikt wordt, deze in een aangepaste ruimte moet
worden ondergebracht.
9) Apparaat niet gebruiken voor niet-oplaadbare accu's
17
= 10A, wordt
2