•
Motor apparaten: pas op voor scherpe en/of
bewegende delen. Houd uw handen tijdens
gebruik, reiniging en onderhoud uit de buurt van
de bewegende delen.
•
Verwarmingsapparaten: wacht totdat het
apparaat is afgekoeld voordat u de behuizing
en de onderdelen van het apparaat aanraakt.
Wees extra voorzichtig tijdens reiniging en
onderhoud.
TOEPASSING
•
Met de waterkoker kan alleen water worden
gekookt, het apparaat is ongeschikt voor het
koken van andere vloeistoffen.
•
Gebruik uitsluitend kraanwater. Gebruik nooit
water met koolzuur!
KENMERKEN
De waterkoker heeft de volgende kenmerken:
1. Aan/uit-schakelaar met verlichte aan/uit-
indicator
2. Knop waarmee het deksel geopend kan worden
PLAATS VAN HET APPARAAT
•
Plaats het apparaat op een stabiel, vlak en
spatvrij oppervlak dat bestand is tegen hitte.
•
Zorg ervoor dat er voldoende ruimte rondom het
apparaat is voor het ontsnappen van de warmte
en voor voldoende ventilatie.
•
Bedek het apparaat niet.
•
Zorg ervoor dat de waterkoker niet in contact kan
komen met brandbaar materiaal.
•
Houd het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen.
•
Zorg ervoor dat kinderen geen toegang hebben
tot opgeborgen apparaten.
AANVULLENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
•
Het deksel van het apparaat moet zorgvuldig
gesloten worden tijdens gebruik. Als het deksel
niet goed sluit, dan werkt de stoomafslag niet!
•
Wees voorzichtig met heet water en stoom om
brandwonden te vermijden.
•
Gebruik alleen de bij het apparaat geleverde basis.
•
Haal het apparaat nooit van de basis als het
ingeschakeld is.
•
Schakel het apparaat uitsluitend in wanneer het
apparaat met voldoende kraanwater is gevuld.
•
Als de waterkoker in gebruik is, dan mag deze
niet worden verplaatst.
•
Let er voor dat u het apparaat inschakelt op dat
het waterniveau zich altijd tussen de minimum-
en maximumaanduiding op de binnenzijde van de
waterkoker. Als u er meer water in doet, dan zal
de waterkoker overkoken. Heet water spuit dan
mogelijk met kracht over de rand heen.
5
EERSTE GEBRUIK
•
Reinig het apparaat en de toebehoren. Zie het
gedeelte "Reiniging".
•
Haal de waterkoker van de basis.
•
Vul de waterkoker met kraanwater tot de
maximummarkering.
•
Kook het water. Zie het gedeelte "Water koken".
•
Gebruik het zojuist gekookte water niet voor
consumptie of iets anders. Laat het afkoelen en
giet het vervolgens weg.
WATER KOKEN
•
Haal het apparaat altijd van de basis voor u het
met kraanwater vult.
•
Vul de waterkoker met water tot het
waterniveau zich tussen de minimum- en de
maximumaanduiding bevindt.
•
Sluit het deksel en plaats de waterkoker terug op
de basis.
•
Schakel het apparaat in door de aan/uit-
schakelaar op "I" te zetten.De aan/uitindicator
gaat aan. Het apparaat begint met water koken.
•
Als het water gekookt is schakelt het apparaat
automatisch uit. De aan/uitindicator gaat uit.
•
Zet de aan/uit-schakelaar in positie "O" om het
proces te onderbreken.
REINIGING EN ONDERHOUD
•
Verwijder de stekker uit het stopcontact en wacht
totdat het apparaat is afgekoeld.
•
Dompel het apparaat nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
•
Gebruik geen bijtende of schurende
reinigingsmiddelen om het apparaat te reinigen.
•
Gebruik geen scherpe voorwerpen om het
apparaat te reinigen.
•
Controleer het apparaat regelmatig op mogelijke
schade.
•
Maak de buitenzijde van de waterkoker schoon
met een zachte, vochtige doek. Daarna grondig
drogen met een droge doek.
•
Maak de basis schoon met een schone, droge doek.
ONTKALKEN
Wanneer ontkalken
•
Na elke 25 keer gebruik moet de waterkoker
worden ontkalkt.
•
Schade veroorzaakt door het niet regelmatig
ontkalken van het apparaat wordt niet gedekt
door de garantie.
Ontkalkingsmiddel
•
Ontkalk uitsluitend met een geschikt
ontkalkingsmiddel. Dit staat op de verpakking
van het ontkalkingsmiddel aangegeven.
Geschikte ontkalkingsmiddelen zijn verkrijgbaar
in o.a. de supermarkt en huishoudzaken.
•
De leverancier is niet aansprakelijk voor schade
veroorzaakt door ontkalkingsmiddelen.
NL