• Temperatuurweergave
• Opname-interval
• Weergave omgevingstemperatuur of T2-T1
• Weergave T1 / T2 of oververhitting / onderkoeling
• Auto-Off Apparaat schakelt na 10 minuten automatisch uit om de batterij te sparen
• Instelling datumnotatie mm.dd of dd.mm
• Instelling uren en minuten
• Instelling maand en dag
• Instelling jaar
5. Als het noodzakelijk is om de sensoren opnieuw te kalibreren, dient u de knoppen Mode (5) en
Play (8) gedurende 10 seconden ingedrukt te houden.
6. Met de pijltoetsen (2) omhoog en omlaag kunt u tijdens de werking tussen de weergave van de
omgevingstemperatuur / T1 / T2 en T2-T1 / Oververhitting / Onderkoeling wisselen.
4. Gebruik van de ROCOOL 600
4.1 Evacuatie en vullen
1. Druk gedurende 3 seconden op de knop Start en activeer de gewenste basisinstellingen (koel-
middel, enz.).
2. Met een koelmiddelslang, de lagedrukaansluiting van het systeem met de lagedrukaansluiting
(14) van de ROCOOL 600 verbinden. Analoog daaraan dienen, indien mogelijk, de hogedrukzij-
den met een koelmiddelslang verbonden te worden.
3. Aan het middelste T-stuk (16) kan de vacuümpomp en de koelmiddelfles (15) worden aangeslo-
ten. Om bij beide vulfases geen overdruk op de vacuümpomp te genereren, adviseert
ROTHENBERGER het gebruik van koelmiddelslangen met afsluitkranen.
4. Activeer vervolgens de vacuümpomp en open de route van de vacuümpomp naar het systeem,
om met het vacuüm maken te starten.
5. Zodra een adequaat vacuümniveau van -0,95 bar is bereikt, gaat een groene led knipperen.
6. Schakel de vacuümpomp uit. Zodra lang genoeg is vacuümgetrokken.
7. Als het vacuümniveau gedurende 30 minuten op minder dan -0,95 bar wordt gehouden, dan
zal de groen led ononderbroken branden. Lektest doorstaan.
8. Start met het vulproces als de route van de koelmiddelfles naar het systeem opent de route
naar de vacuümpomp moet bij de koelmiddelslang worden afgesloten. Als bij het vulproces
de maximaal toegestane druk wordt overschreden, zal de rode led gaan branden.
9. Sluit de stekker van de temperatuurklem T1 aan op de daarvoor beschikbare aansluiting (12)
van de ROCOOL 600 en klem de temperatuurklem aan de zuigleiding van het systeem om de
oververhitting te meten.
10. Sluit de stekker van de temperatuurklem T2 aan op de daarvoor beschikbare aansluiting (13)
van de ROCOOL 600 en klem de temperatuurklem aan de gasleiding voor de verwarming aan
om de onderkoeling te meten als echter twee temperatuurklemmen zijn aangesloten, zal de
oververhitting en onderkoeling parallel worden weergegeven.
11. Controleer na het afronden van het vulproces of er geen koelmiddel meer in de ROCOOL 600 of
in de koelmiddelslang aanwezig is.
12. Indien noodzakelijk, dient u vóór een volgend gebruik, de ROCOOL 600 met stikstof te spoelen
en de ROCOOL 600 vacuüm te maken.
4.2 Warmtepomp-modus
De warmtepomp-modus zorgt voor de automatische omschakeling van de lagedrukaansluiting en
de hogedrukaansluiting bij het verwarmen met inverter-units.
1.
Houd de omhoog en omlaag pijltjesknoppen gedurende 5 seconden ingedrukt om de warmte
pomp-modus te activeren
Het
symbool verandert in een
5. Accessoires
Geschikte accessoires en een bestelformulier vindt u op pagina 67.
symbool
NEDERLANDS
23