•
9.
INSTRUCTIES VOOR MONTAGE
9.1
Verwijder alle bevestigingsmiddelen en ontrolde kabels voordat u de acculader in gebruik
neemt.
10.
REGELPANEEL
DIGITALE DISPLAY
Het digitale display geeft een aanduiding van de status van de accu en de lader. Zie Meldingen in het
display voor een volledige lijst van meldingen.
OPMERKING: Tijdens het laden staat de display in de sluimerstand en geeft geen meldingen weer.
U kunt het display weer inschakelen door op de display-knop te drukken.
LANGUAGE -KNOP
Het digitale display toont de spanning van de accu en de lading ervan in procenten. Druk gedurende
5 seconden als u de taal op het display wilt selecteren. (EN→ DE→ FR→ES→ IT).
LED-INDICATOR
GROENE LED ononderbroken (AAN laden): De lader is aangesloten en laad de accu op.
GROENE LED knipperend (OPGELADEN/LADING WORDT ONDERHOUDEN): De accu is volledig
opgeladen en de lader staat in de Onderhoudsstand.
GROENE LED knippert: Het laden is afgebroken. (Zie hoofdstuk Afgebroken lading).
OPMERKING: Zie Bedieningsinstructies voor een volledige beschrijving van de standen van de
lader.
11.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Deze acculader mag pas worden gebruikt wanneer het apparaat op juiste wijze is
WAARSCHUWING
gemonteerd in overeenstemming met de instructies voor montage.
De lader heeft niet een schakelaar ON/OFF (Aan/Uit). De opdrachten Aan en Uit worden uitgevoerd
door de stekker van de BC126 in een stopcontact voor wisselstroom te steken, uitsluitend nadat de
aansluiting op de accu tot stand is gebracht.
Start het voertuig niet terwijl de lader is aangesloten op het stopcontact, omdat dan de
BELANGRIJK
lader en uw voertuig beschadigd kunnen raken.
INFORMATIE OVER DE ACCU
Deze lader kan loodzuur-accu's met 6 cellen met een nominale capaciteit van 1,2 - 130 Ah.
OPMERKING: Deze lader is voorzien van een functie voor automatische start. Er wordt pas stroom
naar de accu gevoerd wanneer de accuklemmen goed op de accu zijn aangesloten. De klemmen
zullen geen vonken geven als zij elkaar raken.
Zie instructies voor het laden van een accu in een voertuig (Hoofdstuk 6) of buiten het voertuig
(Hoofdstuk 7).
DE SNELSLUITENDE KABELCONNECTORS GEBRUIKEN
U kunt in seconden één van de uitgangskabels op de lader aansluiten.
Sluit nooit de connectors voor klem-en-ring aansluitingen op elkaar aan voor
BELANGRIJK
gebruik in andere toepassingen, zoals een externe accu of laden van een andere
stroombron, of met het doel de lengte van de uitgang te laten toenemen, omdat dan de polariteit
wordt omgekeerd en/of de accu wordt overladen.
SNELSLUITENDE ACCUKLEM
1.
Sluit het uiteinde van de uitgangskabel van de lader aan op het uiteinde van de snelsluitende
accuklem.
2.
Volg de stappen voor het aansluiten van de klemmen op de accu in hoofdstukken 6 en 7.
3.
Wanneer een goede elektrische aansluiting op de accu tot stand is gebracht, steek dan de
stekker van het netsnoer in een stopcontact voor wisselstroom. Het is belangrijk dat u de lader
op een droog, onbrandbaar oppervlak zet.
4.
Wanneer de lader begint te werken, brandt de GROENE LED ononderbroken, toont het
display ANALYZING BATTERY (Accu wordt geanalyseerd) en de lader stelt vast of de accu
goed is aangesloten en in welke conditie de accu zich bevindt.
5.
Wanneer de accu volledig is opgeladen, knippert de GROENE LED.