- Controleer vóór het werken of olie voor de
kettingsmering in de tank voorhanden is en de
kettingsmering werkt (zie hoofdstuk 4.4).
- De machine reeds vóór het inschakelen goed
vasthouden en steunen. Hierbij moeten rail en
ketting vrij staan. Begin met het snijden van het
werkstuk eerst, wanneer de zaagketting haar vol
toerental heeft bereikt. Let hierbij op een veilige
stand.
- De schakelaar mag in ingeschakelde toestand niet
worden vastgeklemd.
- Grijp gedurende het zagen nooit onder grondplaat
of in de spanenuitgooi.
- Transporteer de machine nooit met lopende
zaagketting en let erop dat de lopende ketting
behalve met het werkstuk niet in contact met
andere naburige voorwerpen komt.
- Deksel 12 (afb. 1) die het kettingrondsel afdekt,
nooit bij draaiende machine en alleen voor de
werktuigwissel verwijderen en vervolgens meteen
weer aanbrengen.
- Omdat de machine niet aan een afzuiging kan
worden aangesloten, mag uitsluitend buiten of in
voldoende geventileerde ruimtes worden gewerkt.
- Een eenmaal gekozen snijrichting mag niet met
geweld worden gewijzigd. De zaag moet zo
worden gevoerd dat de druk de ketting niet tot
staan brengt.
- Controleer het werkstuk op vreemde voorwerpen.
Niet in metalen onderdelen, bv nagels zagen.
- Leid bij het zagen de aansluitkabel steeds naar
achteren van de machine weg.
- Trek
bij
beschadigde
aansluitkabels meteen de stekker uit het
stopcontact.
- Past u de aanvoer bij het zagen van de
materiaaldikte aan. Een te vlug voorschuiven leidt
tot overbelasting van de motor, tot onzuivere
zaagsneden en tot een snel afstompen van de
zaagketting.
- Verwijder de machine pas dan van het werkstuk,
wanneer de zaagketting tot stilstand is gekomen.
of
doorgesneden
-60-
Op grond van de ingebouwde rem geschiedt dit vrij
vlug.
Opmerkingen met betrekking tot onderhoud en
reparatie:
- De regelmatige reiniging van de machine, vooral
de verstelvoorzieningen voor het zwenken van de
geleidingen voor de parallelaanslag en de
behuizing
van
de
kettinghefboom is een belangrijke veiligheidsfactor.
Trek vóór het begin van deze werkzaamheden de
netstekker uit.
- Er mogen enkel originele MAFELL-reseverdelen
en toebehoren worden toegepast. Anders bestaat
er geen garantieclaim en geen aansprakelijkheid
door de fabrikant.
4
Voorbereiden / Instellen
4.1 Netaansluiting
Let voor de ingebruikname erop dat de netspanning
met de op het vermogensplaatje van de machine
vermelde bedrijfsspanning overeenstemt.
4.2 Wissel van de zaagketting
Gevaar
Vóór de wissel van de zaagketting
in ieder geval de steker uit het
stopcontact nemen!
Gevaar van verwondingen ook bij
stilstaande zaagketting.
Gaat u bij de wissel van de zaagketting op de
volgende manier te werk:
Draai met de meegeleverde aan het deksel 12
(afb. 1) bevestigde combi-schroevendraaier 11
de cilinderbout 13 los en klap het deksel
omlaag.
Open de veerbelaste onderste beschermklep 15
(afb. 10) naar beneden toe en fixeer hem met
het deksel in de geopende positie.
Draai de binnenzeskantschroef 18 (afb. 2) uit en
neem het tussendeksel 19 samen met het
oliereservoir af.
Draai de bevestigingsschroef 5 (afb. 1) voor de
beveiliging van de onderste kettinghefboom los
en klap de beschermplaat 6 naar beneden toe
open.
bovenste
en
onderste