Bij incidenteel contact met water
NL
afspoelen. Zoek medische hulp bij
contact van de vloeistof met uw ogen.
Vloeistof uit de accu kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
Volg bij gebruik van de pomp de volgende
veiligheidsvoorschriften altijd nauwkeurig op.
Inspecteer de pomp voor gebruik op
n
beschadiging. In geval van beschadiging mag
de pomp niet worden gebruikt.
Sluit de pomp uitsluitend aan op een
n
elektrische groep die is beveiligd met een
aardlekschakelaar (30 mA).
Gebruik de pomp niet in zwembaden of op
n
andere plaatsen waar personen zich in de buurt
van de pomp in het water kunnen ophouden.
Gebruik de pomp niet in visvijvers of fonteinen.
n
Gebruik de pomp nooit zonder dat een
n
uitlaatbuis met een lengte van min. 20 cm is
aangebracht.
Als de pomp wordt gebruikt voor het pompen
n
van drinkwater, moet de installatie grondig
worden schoongespoeld.
Laat de pomp nooit drooglopen.
n
Draag de pomp nooit bij het netsnoer of de
n
vlotterschakelaar, maar uitsluitend bij de
handgreep.
Verwijder altijd de netstekker uit het stopcontact
n
alvorens de pomp te verplaatsen of
werkzaamheden aan de pomp uit te voeren.
Indien het netsnoer beschadigd is, moet het,
n
om ongelukken te voorkomen, vervangen
worden door de fabrikant, de aftersalesservice
of een vergelijkbaar bevoegd persoon.
In deze handleiding worden de volgende
pictogrammen gebruikt:
@
Gevaar voor lichamelijk letsel of
materiële schade.
De volgende pictogrammen zijn afgebeeld op
de machine:
|
Maximale onderdompelingsdiepte.
Geschikt voor gebruik onder water.
6
ELEKTRIsCHE VEILIGHEID
@
Controleer of de op het typeplaatje
van de machine vermelde spanning
overeenkomt met de ter plaatse
beschikbare netspanning.
BEsCHRIJVING (fIG. A)
Uw dompelpomp is ontworpen voor het pompen
van schoon en licht vervuild water. De pomp is
niet bedoeld voor continubedrijf.
1 Vlotterschakelaar
2 Uitlaatopening
3 Handgreep
Aansluiten van de uitlaatbuis (fig. A)
Bevestig de uitlaatbuis op de uitlaatopening (2).
n
Plaatsen van de pomp (fig. A)
Houd de pomp vast aan de handgreep (3).
n
Laat de pomp voorzichtig in het water zakken.
n
Controleer of de pomp stevig op de bodem staat.
n
@
Verwijder voor het installeren of
verplaatsen van de pomp altijd de
netstekker uit het stopcontact.
In- en uitschakelen (fig. A)
Om de pomp in te schakelen, steekt u de
n
netstekker in het stopcontact.
Om de pomp uit te schakelen, neemt u de
n
netstekker uit het stopcontact.
De pomp werkt uitsluitend wanneer de
vlotter schakelaar (1) drijft. Zo wordt voorkomen
dat de pomp tijdens bedrijf droog kan lopen.
@
De pomp is voorzien van een
thermische beveiliging. In geval
van overbelasting wordt de motor
uitgeschakeld. Na afkoeling van de
motor schakelt de pomp
automatisch weer in.
REINIGING EN ONDERHOUD
De pomp is onderhoudsvrij. Defecten mogen
uitsluitend worden hersteld door een erkend
servicestation.