In dat geval laat u de trekkerschakelaar van het
gereedschap los en verhelpt u de oorzaak van de
overbelasting. Vervolgens drukt u de trekkerschakelaar
weer in om het gereedschap te herstarten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu oververhit
zijn. In dat geval laat u de accu even afkoelen voordat
u de trekkerschakelaar opnieuw indrukt.
• Onvoldoende accuspanning:
Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal
het gereedschap niet starten. In dat geval verwijdert u
de accu en laadt u die opnieuw op.
Werking van de schakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Alvorens u de accu in het gereedschap plaatst,
controleert u eerst of de schakelaar goed werkt en bij
loslaten automatisch naar de "OFF"-stand terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u enkel de
trekkerschakelaar in. De snelheid van het gereedschap
neemt toe, hoe verder u de trekkerschakelaar indrukt.
Laat de trekkerschakelaar los om te stoppen.
Werking omkeerschakelaar (Fig. 4)
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen
van
de
omkeerschakelaar in vanaf kant A voor rechtse,
kloksgewijze draairichting, of vanaf kant B voor linkse
draairichting.
Wanneer deze schakelaar in de neutrale stand staat, kan
de trekkerschakelaar niet worden ingedrukt.
LET OP:
• Controleer
altijd
de
gereedschap te starten.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Als u de draairichting verandert terwijl het
gereedschap
nog
draait,
beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen
Voor model DHR243
De snelwisselkop voor SDS-plus kan eenvoudig worden
vervangen door de snelwisselboorkop.
De snelwisselkop voor SDS-plus verwijderen (Fig. 5)
LET OP:
• Haal altijd de boor eruit voordat u de snelwisselkop
voor SDS-plus verwijdert.
Pak de wisselmof van de snelwisselkop voor SDS-plus
vast en draai deze in de richting van de pijl totdat de
streep op de wisselmof van het symbool
naar het symbool
. Trek krachtig in de richting van de
pijl.
De snelwisselboorkop aanbrengen (Fig. 6)
Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het
symbool
staat.
snelwisselboorkop vast en zet de streep bij het symbool
.
Zet de snelwisselboorkop op de as van het gereedschap.
Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de
streep op de wisselmof naar het symbool
een duidelijke klik te horen is.
draairichting.
Druk
draairichting
alvorens
kan
het
gereedschap
is verplaatst
Pak
de
wisselmof
De werkingsfunctie kiezen
Ronddraaien met hameren (Fig. 7)
Voor boren in beton, metselwerk, enz., drukt u de
vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool
een wolfraamcarbide punt.
Alleen ronddraaien (Fig. 8)
Voor boren in hout, metaal of kunststofmaterialen, drukt
u de vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool m. Gebruik een spiraalboor
of houtboor.
Alleen hameren (Fig. 9)
Voor beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, drukt u
de vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop
puntbeitel, koudbeitel, bikbeitel, enz.
Opmerking over de bediening van de
werkingsfunctiekeuzeknop
Om beschadiging aan het mechanisme van de
werkingsfunctiekeuzeknop te voorkomen, volgt u de
onderstaande procedure:
• Draai de werkingsfunctiekeuzeknop niet terwijl het
gereedschap draait.
de
• Zorg ervoor dat de werkingsfunctiekeuzeknop altijd
exact in een van de drie werkingsfunctiestanden (m,
of
) staat. (Fig. 10)
• Draai de knop niet met grote kracht. Als u de knop
forceert, kan het gereedschap worden beschadigd.
Als u de werkingsfunctiekeuzeknop draait van het
symbool
het
knop mogelijk niet meer uit de stand met het symbool
worden gedraaid. Draai in dat geval de knop naar
de stand met het symbool
enkele seconden werken. Draai daarna de knop naar
de gewenste stand. (Fig. 11)
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppelniveau bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgaande aandrijfas. Wanneer dit
gebeurt, zal de boor stoppen met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Gatenzagen mogen niet worden gebruikt met dit
gereedschap. Dergelijke zagen kunnen gemakkelijk
bekneld raken in het boorgat. Daardoor zou de
koppelbegrenzer al te vaak in werking treden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
van
de
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 12)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen
werken.
totdat er
. Gebruik een boor met
naar
het
symbool
naar het symbool m of vice versa, kan de
en laat het gereedschap
.
Gebruik
een
31