Leidingen En Aansluitingen; Aansluiting Van De Koelleidingen; Afvoer Van Het Condenswater Van De Externe Eenheid - Ariston VENUS 25 MC8-O Manual Del Usuario

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 72
BE

2. LEIDINGEN EN AANSLUITINGEN

OPGELET:
- Het condenswater niet drinken (persoonlijk letsel door vergifti-
ging)
- Leg de afvoer zo aan, dat het condenswater naar plaatsen kan
stromen waar deze geen hinder of schade veroorzaakt aan perso-
nen, voorwerpen, planten, dieren of structuren.
- Gereedschap gebruiken dat voor dit gebruik geschikt is.

2.1 Aansluiting van de koelleidingen

De buizen kunnen worden gericht in een in de richtingen die in de af-
beelding hiernaast worden aangegeven met de nummers 1,2, 3,4. Als de
buizen in de richtingen 1,3 naar buiten komen, dan moet men met een
geschikt werktuig de gleuven uitsnijden, die aan de zijkant in de interne
eenheid zijn aangebracht. Draai de leidingen in de richting van het gat
in de muur en wees voorzichtig dat men ze niet knikt; neem nu de koel-
leidingen, de condensafvoerleiding en de elektrische kabels bijeen en
bind ze bij elkaar met isolerend plakband; let erop dat de condensaf-
voerleiding aan de onderkant van de bundel zit, zodat het water goed kan
worden afgevoerd.
2.2 Afvoer van het condenswater uit de interne eenheid
De afvoer van het condenswater van de interne eenheid moet beslist goed
worden uitgevoerd, het is essentieel voor een geslaagde installatie.
1. Zorg dat de afvoerleiding voor condens (diameter 18,2 mm) langs de
onderkant van het gat naar de andere kant van de muur loopt.
2. De afvoerleiding voor condens moet met de juiste, gelijkmatige hel-
ling naar beneden lopen (minstens 3 cm voor elke meter lengte)
3. De afvoer voor het condenswater mag nooit een helling naar boven
maken, het water blijft dan liggen.
4. Het uiteinde van de condensafvoerleiding mag niet in water hangen en
ook moet men deze niet laten hangen op plaatsen waar vieze geuren
voorkomen.
5. Als men klaar is met de installatie, moet men, voordat men de ma-
chine in bedrijf stelt en met afgeschakelde spanning, controleren dat
de condenswaterafvoer goed werkt door wat water te gieten in het
condensverzamelvaatje in de interne eenheid.

2.3 Afvoer van het condenswater van de externe eenheid

Het condenswater, dat zich tijdens het verwarmingsbedrijf vormt in de
externe eenheid, kan worden afgevoerd via het verbindingsstuk voor af-
voer. Installatie: maak het verbindingsstuk voor de afvoer (diameter 15
mm) vast in het gat dat zich op de bodem van de eenheid bevindt, zoals
aangegeven in de afbeelding hiernaast. Sluit de afvoerleiding voor het
condenswater aan op het verbindingsstuk en zorg dat de afvoerleiding
naar een geschikte plaats leidt.
OPGELET:
- Uitsluitend leidingen gebruiken die speciaal ontworpen zijn voor
airconditioners van het type ACR
- Bescherm buizen en verbindingskabels om schade te voorkomen.
- Gebruik nooit buizen van een dikte die minder is dan 0,8 mm.
- Het apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de geldende lan-
delijke normen voor installatie,
- Tijdens de installatie moet eerst de aansluiting van de koeling wor-
den uitgevoerd en daarna de elektrische aansluiting. Bij vervan-
ging moet u de handelingen in omgekeerde volgorde uitvoeren.
132
2
1
ISOLATIE LEIDINGEN
KOELLEIDINGEN
AFVOERLEIDING
CONDENS
ISOLERENDE KOUS
JA
NEE
4
SIGNAALKABEL
KOELLEIDINGEN
NEE

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido