MAC Audio EDITION S MONO El Manual Del Propietario página 16

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
versterker mag niet in kleine of ongeventileerde ruimten (bv. holte voor het reservewiel of onder de
vloerbedekking van de auto) worden geïnstalleerd. De montage in de kofferbak verdient aanbeveling.
·
Monteer de versterker dusdanig dat hij verreweg is beveiligd tegen schokken, vuil en stof.
·
Let er op dat de in-/uitvoersnoeren ver genoeg van de stroomtoevoerkabels verwijderd zijn omdat
er anders gevaar bestaat voor stoorinstraling.
·
Let er op dat de zekering en de bedieningselementen na de montage toegankelijk zijn.
·
Het vermogen en de betrouwbaarheid van de installatie is afhankelijk van de kwaliteit van de
montage. Laat de montage bij voorkeur door een vakbedrijf doorvoeren. Dat geldt vooral voor een
installatie met verschillende luidsprekers of voor een complex meerwegsysteem.
4.
AANSLUITINGEN
4.1 STROOMVOORZIENING EN AUTOMATISCHE INSCHAKELING
Belangrijke aanwijzing:
De elektrische leidingen die over het algemeen voor auto's worden toegepast in boordnetten zijn niet
voldoende voor de behoefte van een eindversterker. Let er op dat de elektrische leidingen naar GND en
naar +12 V klem voldoende gemissioneerd zijn. Voor de verbinding van de accu naar de stroomklemmen
van de versterker dient een kabeldoorsnede van ten minste 10 mm² te worden gebruikt.
Maak eerst de verbinding tussen de GND-klem en de versterker en de minpool en de accu. Een goede
verbinding is van groot belang. Verwijder vuil zorgvuldig van het aansluitingspunt van de accu. Een losse
aansluiting kan storing, storend geluid of vervorming veroorzaken.
De versterkeraansluiting +12 V wordt nu met een stroomkabel met geïntegreerde zekering met de plus-
pool van de accu verbonden. De zekering moet zich in de buurt van de accu bevinden, de kabel van de
pluspool van de accu naar de zekering mag uit veiligheidsoverwegingen niet langer zijn dan max. 60 cm.
Plaats de zekering pas na afloop van alle installatiewerkzaamheden inclusief luidsprekeraansluitingen.
Sluit nu de afstandsbedieningsleiding van de car hifi receiver aan op de besturingsbus REM van de
versterker. Voor de verbinding tussen de REMOTE-aansluiting van de versterker en het bedieningsapparaat
is een kabel met een dwarsdoorsnede van 0,75 mm² voldoende.
4.2 AUDIOKABEL
Bij installatie van de audiokabel tussen de cinchuitgang van de autoradio en de cinchingang van de
versterker in de auto dient er zo mogelijk voor gezorgd te worden dat de audiokabel en de voedingskabel
niet aan dezelfde kant van de auto worden gelegd. Het verdient de voorkeur de kabels ruimtelijk gescheiden
te installeren, d.w.z. de stroomkabel in de linkerkabelschacht en de audiokabel in de rechterkabelschacht
of omgekeerd. Hierdoor wordt beïnvloeding van het audiosignaal door stroomstoringen voorkomen.
Dit geldt eveneens voor de verbindingskabel van de afstandsbediening voor de volumeregeling. Deze
kabel mag niet aan de kant van de stroomvoorzieningsleidingen gelegd worden, maar samen met de
audiokabel.
4.3 LUIDSPREKERAANSLUITINGEN
·
De kleinste afsluitweerstand is 2 Ohm
·
Sluit de luidspreker minklemmen nooit aan op het chassis van het voertuig.
·
Verbind de +12 V voedingsspanning nooit met een luidsprekeruitgang. Hierdoor wordt de
versterkeruitgangstrap verwoest.
Indien de versterker met lagere afsluitwaarden of zoals boven beschreven fout wordt bedreven, kan
hierdoor de versterker zelf en de luidspreker worden beschadigd. In dit geval vervalt de garantie.
scheid voordat u met de installatie begint de plusklem van de motoraccu.
Zo voorkomt u kortsluiting.
16

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido