VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN:
Geen gebruik van schoonmaakmiddelen, die
jodiumverbindingen bevatten. De transducer
moet na het reinigen altijd met water worden
afgespoeld. Zorg, dat de transducer schoon en
droog is vóór het opbergen.
Geen gebruik van autoclavering of ultrageluid
op de transducer. Maximum temperatuur 70°C.
Geen onderdompeling van het contact, in welke
vloeistof dan ook.
Geen getrek aan kabels, zowel aan het transdu-
cer- als aan het contactuiteinde.
Geen blootstelling van het metaalmembraan
aan harde of scherpe voorwerpen of onnodige
effecten. Als de transducer niet in gebruik is,
moet altijd het beschermingskapje of een scho-
ne en droge dome gemonteerd zijn.
Zorg er voor, dat de dome niet onder druk staat
bij het monteren op de transducer.
Zorg er voor, als U gebruik maakt van een spuit
om de dome en het slangensysteem schoon te
spoelen, dat deze 10ml. is of groter.
Zorg er voor, dat de kraan geopend word onder
atmosferische druk, alvorens men de dome
afspoelt. Spoel langzaam om eventuele lucht-
bellen te verwijderen.
Zorg er voor gebruik te maken van warme vlo-
eistof, omdat warme vloeistof de hoeveelheid
luchtbellen reduceert.
Zorg er voor, dat alle luchtbellen in de dome en
uit het slangensysteem vóór het gebruik verwij-
derd zijn.
Zorg er voor, indien nodig, de juiste aangepaste
kabel te gebruiken. De originele MEMSCAP op
de sensor aangepaste kabel is voorzien van een
blauwe stekker met een op de transducer aang-
epaste codering.
WAARSCHUWING: GEBRUIK DE WEGWERP- DOMEN NIET NOG EENS EN STERI-
LISEER ZE NIET OPNIEUW. DAARBIJ: LEES DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.
AANBEVOLEN
STARTPROCEDURE:
1. Schakel de monitor in en verbind de transdu-
cer met het apparaat, dat de druk registreert.
Zorg er voor, dat het contact op de juiste manier
aan de monitor wordt bevestigd. De monitor zal
gewoonlijk een tijdje nodig hebben om op tem-
peratuur te komen, terwijl SP 844 meteen klaar
is voor gebruik.
2. Verwijder het beschermingskapje van de
transducer.
3. Vul en Spoel het slangensysteem (de dome, de
verbindingsslang, de stopkranen). Het beste is dit
te doen vóór de dome (en het slangensysteem)
met de transducer worden verbonden, omdat alle
delen dan beter te zien zijn. Om het ontstaan van
luchtbellen tot een minimum te beperken moet
men vloeistoffen gebruiken die op kamertempe-
ratuur of warmer zijn. Vul het systeem langzaam.
Als deze procedure op de juiste manier wordt uit-
gevoerd, zal het aangesloten en gevulde slangen-
systeem zonder luchtbellen zijn en het dome-
membraan zal niet uitzetten.
4. Nu wordt de wegwerpdome op de trans-ducer
gemonteerd (houd de gevulde dome geventileerd
op atmosferische druk) (NB! er moet GEEN vlo-
eistof aanwezig zijn tussen de dome en de trans-
ducer. Vaseline of vet moet men slechts dan op
het tranducer-membraan aanbrengen, als er een
negatieve druk - lager dan 10mmHg gemeten
moet worden).
5. Monteer de transducer op het niveau waar
de druk gemeten moet worden.
6. Verhoog en verlaag de sterkte van de moni-tor
volgens de aanwijzingen van de producent.
7. Na gebruik moet de transducer worden scho-
ongemaakt, gedroogd, voorzien van het bescher-
mingskapje en op een veilige manier in de
opbergdoos worden gedaan.
NL
11