WAARSCHUWING
Lawaai: het is onvermijdelijk dat de machine lawaai maakt. Luidruchtige werken zijn slechts tijdens bepaalde tijden toegestaan. Zorg voor rusttijden en beperk de werktijd tot een
minimum. Personen die met het apparaat werken of zich langer in de buurt ervan ophouden, moeten gehoorbescherming dragen.
Trilling: draag altijd veiligheids- en anti-vibratiehandschoenen. Overmatige trillingen kunnen Raynaud-ziekte of carpaal-tunnelsyndroom veroorzaken. Wanneer u tijdens het gebruik van
de machine een onaangenaam gevoel ervaart of de huid van uw handen verkleurt, moet u stoppen met werken. Voorzie aangepaste rustpauzes. Frequente en regelmatige gebruikers
dienen de toestand van hun handen en vingers zorgvuldig te controleren.
WAARSCHUWING
Houd de motorzeis altijd van het lichaam weg en op een afstand. Elk contact met de draadkop of het mes tijdens gebruik kan ernstig letsel veroorzaken.
BEDIENINGSTIPS
Zie afbeelding 7
·
Houd de machine vast met de correct aangesloten draagriem.
·
Houd de machine altijd rechts van het lichaam. Anders biedt de grasdeflector geen volledige bescherming.
·
Houd de machine tijdens het gebruik stevig vast met beide handen.
·
Maai hoog gras af van boven naar beneden. Daardoor verhindert u dat gras zich rond de behuizing van de steel of de maaikop wikkelt, wat tot beschadiging van het apparaat zou
kunnen leiden door oververhitting.
Als zich gras om de draadkop of het schachthuis wikkelt
Zie afbeelding 5 en 6
·
Laat de activeringsschakelaar (1) los om de motorzeis te stoppen.
·
Verwijder de accu.
·
Verwijder het gras van de draadkop of het schachthuis.
TIPS OM TE MAAIEN
Zie afbeelding 8
·
Houd de motorzeis iets naar voren gekanteld. Zo behaalt u de beste maairesultaten.
·
De motorzeis maait het best als hij van links naar rechts over het maaigebied wordt geleid.
·
Gebruik de draaduiteinden voor het maaien, en maai het gras van de randen af. Druk de draadkop niet midden in ongemaaid gras.
·
Frequent contact van de draad met vaste objecten, zoals trottoirbanden, muren, hekken, bomen, kan leiden tot verhoogde slijtage van de draad.
·
Vermijd contact van het mes met vaste objecten zoals trottoirbanden, muren, hekken en bomen. Dit kan tot beschadiging van het mes en van het object leiden.
·
Vermijd het maaien van bomen en struiken. Boomschors, houtversieringen, buitenwandbekledingen en hekpalen kunnen door de draad makkelijk worden beschadigd.
VERSCHUIVEN VAN DE DRAAD
Zie afbeelding 9 en 10
·
Wanneer de motorzeis in gebruik is, slijt de snijdraad en wordt deze korter.
·
Deze motorzeis is uitgerust met draadtoevoer met stootknop (27).
·
De draad wordt verlengd door de draadkop (8) op de grond te stoten terwijl de motor draait.
Trek de draad telkens verder als u hoort dat de motor sneller dan normaal draait of als de snijresultaten verslechteren.
Hierdoor blijven optimale prestaties behouden en blijft de draad lang genoeg om hem nadien nog correct te kunnen verlengen.
·
Het draadmes (7) kort de draad af om de optimale draadlengte te behouden.
MAAIDIAMETER INSTELLEN
Zie afbeelding 10
AANWIJZING
De machine is bij levering ingesteld op 356 mm maaidiameter. U kunt ook een maaidiameter van 406 mm instellen.
Met een maaidiameter van 356 mm heeft u een langere levensduur en met een maaidiameter van 406 mm kunt u grotere oppervlakken sneller maaien.
·
Verwijder de accu.
·
Verwijder de schroeven van het draadmes (7).
·
Draai het draadmes 180°.
·
Draai de bouten vast.
10
ALGEMEEN ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Bij het vervangen van onderdelen mogen alleen originele wisselstukken worden gebruikt. Het gebruik van andere onderdelen kan gevaar veroorzaken of het apparaat beschadigen.
WAARSCHUWING
Verwijder altijd de accu bij reiniging of onderhoud van het apparaat om zware verwondingen te vermijden.
46