Hoe onderling verbonden melders uit te zetten
Wanneer een onderling verbonden melder geactiveerd is, zoekt u de oorspronkelijke
onderling verbonden melder, dit is deze die zowel het audiosignaal als het rode LED-bericht
uitzendt. Demp deze onderling verbonden melder door op de test/stilte knop te drukken, en
binnen 40 seconden gaan de resterende onderling verbonden melders terug in stand-by.
Opmerking: als u op de test/stilte knop drukt op een van de onderling verbonden melders,
anders dan de melder die het alarm heeft veroorzaakt, wordt deze NIET uitgeschakeld, de
overige onderling verbonden melders blijven geluid produceren totdat de primaire melder
wordt gestopt.
11. Onderhoud
Deze rookmelder is voorzien van een zelftestmechanisme. Daarnaast raden we aan om de
rookmelder minimaal één keer per maand handmatig te testen door op de test/stilte knop
te drukken. Als de rookmelder naar behoren werkt, zal deze een luide pieptoon produceren.
Zorg er vanwege de luidheid van het alarm voor dat u tijdens het testen u steeds op
armlengte afstand van het apparaat bevindt. Als de rookmelder geen geluidssignaal
produceert, moet deze onmiddellijk worden vervangen. Reinig de rookmelder minstens één
keer per maand om vuil, stof of gruis te verwijderen. Gebruik een stofzuiger met een zachte
borstel en reinig alle kanten van de melder. Verwijder de afdekking niet om deze van binnen
schoon te maken. De melder bevat geen onderdelen binnenin die onderhouden kunnen
worden - probeer het niet te openen of te repareren. Als de melder tekenen van schade
vertoont, moet het worden vervangen.
12. Waarschuwingen
Deze rookmelder is alleen voor gebruik binnenshuis. Om letsel te voorkomen, moet deze
rookmelder stevig aan een plafond/muur worden bevestigd in overeenstemming met de
installatie instructies. Verf of bedek de rookmelder niet. Deze rookmelder mag niet worden
blootgesteld aan overmatige hitte zoals zonlicht, vuur, enz. Test niet met een vlam - dit kan
de rookmelder in brand steken en het huis beschadigen. Test niet met rook, aangezien de
resultaten misleidend kunnen zijn, tenzij speciale apparatuur wordt gebruikt. Langdurige
blootstelling aan lage of hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid kan de levensduur van
- 33 -