6. APPARAATFUNCTIE
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
De stimulator wordt aangesloten op de riem en kan voor meerdere functies worden gebruikt. Bepaalde functies
kunnen ook via de app worden bediend.
A. Aan/uit-toets of pauzetoets tijdens de stimulatie
B LED-indicator voor voeding en batterij (status achteraf bekijken)
C Programmatoets (alleen beschikbaar op de Corebelt 1.0) om het programma P1 of P2 te selecteren
P1: eerste LED licht groen op
P2: eerste en tweede LED lichten groen op
D Toetsen voor intensiteit +/- om de stimulatie-intensiteit te verhogen of te verlagen
E LED-indicator voor stimulatie (status achteraf bekijken)
F Aansluiting voor oplader (sluit de USB-kabel aan om het apparaat op te laden)
G Aansluitingen voor de riemconnector
H Handleiding voor het inbrengen van de stimulator in de riem (schuif het apparaat in de riemhouder)
LED-indicators van het apparaat
LED-indicator voor voeding en batterij
LED continu groen: Apparaat aan
LED brandt continu geel, wordt continu groen wanneer het
apparaat volledig is opgeladen: Opladen van het apparaat
LED knippert groen: Batterij bijna leeg
LED knippert rood tijdens het opladen: temperatuur te laag
of te hoog om de stimulator op te laden
LED knippert rood: Programma gepauzeerd vanwege
losse elektrode
LED afwisselend groen/rood: Apparaat klaar om gekop-
peld te worden
LED brandt continu rood en gaat vervolgens uit: Fout-
status
E
F
D
C
A
B
G
LED-indicator voor stimulatie
LED continu geel: Stimulatie actief
LED knippert één keer geel: Intensiteit verhogen of
verlagen
LED knippert geel (burst): Maximale intensiteit bereikt
-
-
-
-
H
NL
169