Voorbereiding van examens
Automatische of handmatige inbedrijfstelling
•
De spanningsdetector wordt ingeschakeld wanneer hij continuïteit, een AC- of
DC-spanning boven ongeveer 12V of een fase met L2 detecteert.
•
Het apparaat kan worden ingeschakeld met de knop op de meetpuntverlichting.
Automatische uitschakeling
•
Het apparaat schakelt automatisch uit na ongeveer 30 seconden als er geen
signaal wordt gedetecteerd op de testsondes.
•
De meetpuntverlichting schakelt na ca. 30 seconden uit.
Zelftest
•
De zelftest start wanneer de spanningstester is uitgeschakeld en de twee test-
pennen L1 en L2 zijn kortgesloten.
•
Alle LED's, vibratiemotoren en zoemers gaan 2 seconden aan.
•
Als de batterijen zijn geplaatst, start de zelftest automatisch.
Als sommige LED's niet branden, of de zoemer of zaklamp niet oplicht, is het
apparaat niet veilig in gebruik. Vervang de batterij en start de zelftest opnieuw.
Als sommige van deze indicatoren niet meer gaan branden, is het apparaat
onveilig en MAG het NIET worden gebruikt.
Gebruik de tester niet terwijl de zelftest actief is.
Testen uitvoeren
Spanningstesten
•
Neem contact op met het te meten object met de testsondes.
•
De aangelegde spanning wordt weergegeven met de LED's.
•
De zoemer klinkt en de vibratormotor wordt ingeschakeld wanneer een drempel-
spanning van 50VAC of ongeveer 120VDC wordt overschreden.
•
De polariteit wordt als volgt aangegeven.
AC: + en - 12V LED zijn aan
+DC: +12V LED is aan
--DC: -12V LED is aan (en „-" wordt weergegeven op het LCD-scherm)
Als de testtip L2 wordt toegepast op een positieve potentiaal (negatieve poten-
tiaal), wordt +DC (-DC) weergegeven.
De L of R LED kan oplichten tijdens de spanningstest.
Als de batterijen leeg zijn, brandt alleen de LED „gevaarlijke spanning" bij > 50 V
AC/DC, > 120 V AC/DC.
Enkelpolige fasetest
De werking is niet gegarandeerd als de aardingsomstandigheden niet goed zijn.
De eenpolige fasetest mag niet worden gebruikt om er zeker van te zijn dat er
geen spanning is.
•
Houd de spanningstester stevig in uw hand. Sluit de testtip L2 aan op het test-
object. De enkelpolige fasetest-LED licht op en de pieper klinkt wanneer er een
spanning >100 VAC aanwezig is op het testobject.
NL
31