Mogelijke oorzaak
De koppelingen zijn niet goed op elkaar uitgelijnd
voor het koppelen.
De koppelingen zijn niet goed op elkaar uitgelijnd
voor het ontkoppelen.
De borgring van de vrouwelijke koppeling is
geblokkeerd door vuil.
7.3
De koppelingen blijven niet gekoppeld
/i
Mogelijke oorzaak
De buitenring zit vast tijdens het koppelen.
Het borgmechanisme in de vrouwelijke koppeling
werkt niet.
De vrouwelijke koppeling is defect.
7.4
Het gereedschap werkt niet of niet meer naar behoren
/i
Mogelijke oorzaak
Eén of meerdere koppelingen zijn niet goed
gekoppeld.
De drukontlastklep op de pomp staat open
(CORE™-systeem).
Er is geen olie meer in de pomp.
De pomp bouwt geen druk op.
7.5
De dodemansgreep zit vast of keert niet automatisch terug in de
middenstand
/i
Mogelijke oorzaak
De dodemansgreep is van buitenaf
beschadigd.
De dodemansgreep is defect.
DR200(ST)
Oplossing
Lijn beide koppelingen goed op elkaar uit en druk
de koppelingen in één vloeiende beweging in
elkaar.
Ondersteun en begeleid de mannelijke koppeling
bij het ontkoppelen.
Controleer de borgring van de vrouwelijke
koppeling en reinig deze.
Oplossing
Houd de slang tijdens het koppelen bij de
buigrestrictie vast.
•
Reinig de vrouwelijke koppeling met schoon
stromend water.
•
Droog de koppeling af en behandel de
binnenzijde van de buitenring met
conserverende olie.
•
Plaats en verwijder de stofkap of de
mannelijke koppeling herhaaldelijk, totdat de
buitenring terugspringt.
Laat dit herstellen door een door Holmatro
gecertificeerde technicus.
Oplossing
Ontkoppel en koppel de koppeling(en) opnieuw.
Sluit het drukontlastventiel door met een
schroevendraaier tegen de richting van de klok te
draaien tot aan de aanslag.
Indien compatibel: vul hydraulische olie bij.
Zie de gebruikershandleiding van de pomp.
Oplossing
Laat dit herstellen door een door Holmatro
gecertificeerde technicus.
Laat dit herstellen door een door Holmatro
gecertificeerde technicus.
916.400.194_003
NL
15