5
Bevestig de aanwezigheidssensor aan het plafondpaneel en zorg ervoor dat de draden niet klem
komen te zitten (Afb. D).
Duw de aanwezigheidssensor zodat de drie haken B en de twee haken A passen en controleer of deze
haken goed zijn uitgelijnd. Als deze haken niet goed passen op de aanwezigheidssensor, kan dit
waterlekkage veroorzaken.
Vierkant gat
(Afb. D)
Haak A
Steek de twee haken A op de
aanwezigheidssensor in de vierkante gaten
van het plafondpaneel in de richting van de
pijlmarkering.
OPMERKING
Bundel de draad van de aanwezigheidssensor niet samen met de stroomdraad om defecten te voorkomen.
3-Nederlands
Haak A
Duw stevig op de haken B (drie positie).
Duw op de aanwezigheidssensor zodat
de drie haken B passen.
3
De aanwezigheidssensor bedraden
1
Verwijder schroef A waarmee de kap van de elektriciteitskast is bevestigd en draai schroef B los. Schuif
de kap naar binnen zodat het haakgedeelte kan worden verwijderd. (De kap van de electriciteitskast blijft
vastgehaakt aan de scharnier.)
Haakgedeelte
2
Sluit de voedingsdraad van de aanwezigheidssensor aan op de CN214 (wit, 9P) op het PC-bord in de
binnenunit.
OPMERKING
Als u deze niet aansluit, werkt de sensor niet.
Snoerklem
Steek de connector in de CN214
• Klem het overbodige gedeelte van de draden in de snoerklemmen in de electriciteitskast en installeer de kap van
de electriciteitskast en het luchtinlaatrooster.
– 20 –
Kap van de electriciteitskast
Scharnier
Schroef A
Schroef B
Klemhaak
4-Nederlands