•
Prikkeldraad of blanke kabels MOGEN NIET door het schrikdraadapparaat
van stroom worden voorzien!
•
Tussen de aardingselektrode van het elektrische omheiningsapparaat en
andere aardingssystemen, zoals de beschermende aarding van de
openbare stroomvoorziening of de aarding van de telecommunicatie moet
ten minste 10 meter afstand zijn.
•
Verbindingskabels die binnen gebouwen lopen, moeten effectief van de
geaarde structurele delen van het gebouw worden geïsoleerd. Dit gaat het
beste, wanneer u een sterkstroomkabel gebruikt.
•
Onderaardse verbindingskabels moeten in een buis van geïsoleerd
materiaal lopen of er moeten bovendien geïsoleerde sterkstroomkabels
worden gebruikt. Om schade aan de verbindingskabels te vermijden, moet
vooral op de uitwerking van hoefafdrukken van dieren of tractorwielen die in
de bodem wegzakken worden gelet.
•
Verbindingskabels mogen niet samen met net-, communicatie- en
datakabels in dezelfde buis lopen.
•
Verbindingskabels en elektrische omheiningsdraden mogen bovengrondse
leidingen en communicatieleidingen niet kruisen.
•
Als een elektrische omheining onder of in de buurt van een over land
lopende bovengrondse leiding geïnstalleerd moet worden, mag hij deze niet
kruisen of er over een grotere afstand parallel langs lopen. De elektrische
omheining moet in een juiste hoek ten opzichte van de stroomleiding lopen,
de omheiningshoogte van de bodem mag maximaal 2 meter zijn en de
omheining resp. elk deel van de omheining mag niet dichter in de buurt van
de bovengrondse leiding lopen dan hierna vermeld:
Vermogen van de stroomkabel tot 1.000 volt
Vermogen van de stroomkabel 1.000 tot 33.000 volt
Vermogen van de stroomkabel hoger dan 33.000 volt
•
Om vogels weg te jagen, huisdieren uit de buurt te houden of dieren zoals
koeien binnen het weiland te houden, heeft men slechts de zwakke impuls
van het schrikdraadapparaat nodig om tevredenheid en veiligheid te
bereiken.
•
Bij elektrische omheiningen, die vogels uit de buurt van slaapplaatsen op
gebouwen moeten houden, mag de elektrische omheiningsdraad nooit met
de aardingselektrode van het schrikdraadapparaat verbonden worden.
tussenruimte 3 m
tussenruimte 4 m
tussenruimte 8 m
NL
67