7. Alvorens de stekker in een stopcontact te steken,
controleer of het stroomtype en de spanning van het
stopcontact overeenkomen met de gegevens op het
markeerlabel op de onderkant van het toestel.
8. Dompel het toestel of de stekker niet onder in water of
andere
levensgevaarlijk! Als het toestel of de stekker in water
ondergedompeld is, neem onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact en laat het toestel controleren door een expert,
alvorens het opnieuw te gebruiken.
9. Gebruik het toestel niet als het voedingssnoer of de stekker
tekenen van schade vertonen, of als het toestel gevallen is
of als het op een andere manier beschadigd is. In dergelijke
gevallen dient het toestel naar een specialist gebracht te
worden voor controle, en indien nodig, herstellingen.
10. Raak de stekker niet aan met natte handen en haal hem
niet uit het stopcontact door aan het voedingssnoer te
trekken.
11. Laat het voedingssnoer niet hangen over scherpe randen
en zorg ervoor dat het nergens tussen geklemd raakt.
12. Hou het toestel uit de buurt van vochtigheid en bescherm
het tegen waterdruppels.
13. Hou het toestel uit de buurt van hete voorwerpen (bijv.
kookplaten) en open vlammen.
14. Houd het apparaat en snoer buiten bereik van kinderen
jonger dan 8 jaar.
15. Gebruik dit toestel op een vlak, droog en warmtebestendig
oppervlak.
16. Laat het toestel niet achter zonder toezicht, als het in
gebruik is.
17. Berg het toestel niet op in open lucht en gebruik het niet
buitenshuis.
18. Bewaar het toestel op een droge plaats, ontoegankelijk
voor kinderen (in zijn verpakking).
19. Steek uw vingers of andere voorwerpen niet door de
beschermingsroosters van de ventilator als de ventilator
aan het werken is.
vloeistoffen.
Elektrische
- 25 -
schokken
zijn