6.2.
Richtlijnen voor correct stoken
•
Plaats geen ontvlambare voorwerpen in de buurt.
•
De oven mag alleen in een goed geventileerde ruimte worden opgesteld en gebruikt.
•
Om een betrouwbare werking van de oven te garanderen, mag de oven alleen worden gebruikt tot een
omgevingstemperatuur van +30°C.
•
De oven moet vrijstaand zijn. De warmtestraling mag niet worden belemmerd.
•
Plaats geen voorwerpen op of in de buurt van de oven.
•
Plaats geen voorwerpen op het ovendeksel, dit beschadigt de structuur van de steen en de isolerende
stenen zullen afscheuren en uitbreken.De fabrikant aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid of garantie!
•
Open de oven nooit als deze nog in werking is of nog niet volledig is afgekoeld. Hoge ontsnappende
temperaturen leiden tot brand- en letselgevaar en leiden tot voortijdige slijtage van de kachel. De fabrikant
aanvaardt hiervoor geen aansprakelijkheid.
•
Als u materialen verbrandt die schadelijke gassen en dampen uitstoten, is het absoluut noodzakelijk om een
luchtafvoersysteem te installeren en naar buiten af te leiden.
•
Verbrand nooit brandbare materialen of voedsel in de oven.
6.3.
Voorbeelden van ovenplaten
Stap
Handeling
Plaats de 3 meegeleverde cordierietblokken op de
1
bodem van de oven.
Plaats vervolgens een eerste ovenplaat (optioneel
2
accessoire) erop.
Houd er rekening mee dat alle trimplaten en steunen
3
moeten worden ingebrand (zie punt 5.8)!
Een plaat die te dicht bij de verwarmingsspiralen wordt
geplaatst, heeft een hoog risico op scheuren. Er moet
4
een afstand van minimaal 20 mm tot de
verwarmingsspiraal zijn.
Een 3-punts ondersteuning van de sierpanelen wordt
sterk aanbevolen (bij 2-delige sierpanelen ook 3 blokken
per paneel), waarbij de ondersteuning op de
5
ondersteuning moet staan, anders worden de panelen
onderhevig aan buigspanning, wat keer op keer gebeurt,
leidt tot vervorming of scheuren in de sierpanelen.
129 / 161 - NL -
Afbeelding