Tips voor bediening en gebruik
Algemene maaitips
•
Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
•
De beste resultaten krijgt u door een nieuw Hayter mes te monteren voordat het maaiseizoen begint of
wanneer dit nodig is.
Gras maaien
•
U moet telkens niet meer dan ongeveer een derde van de lengte van het gras afmaaien. Maai het gras
met een hogere maaihoogte voor een betere gangtijd.
•
Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is, of als het herfst is wanneer het gras
langzamer begint te groeien.
•
Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet u maaien op de maximale maaihoogte en met
een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het gazon
een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken en de
motor afslaan.
•
Nat gras en natte bladeren kunnen gaan aankoeken, waardoor de machine verstopt raakt of de motor
afslaat. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden.
•
Wees bedacht op het risico van brand in zeer droge omstandigheden; neem alle plaatselijke
brandwaarschuwingen in acht en houd de machine vrij van droog gras en bladafval.
•
Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
-
Vervang het maaimes of laat het slijpen.
-
Loop langzamer tijdens het maaien.
-
Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte.
-
Maai het gras vaker.
-
Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Bladeren fijnmaken
•
Na het maaien moet altijd 50 % van het gazon zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere maaihoogte
werken en vervolgens nogmaals maaien op de gewenste hoogte.
•
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
22
NL