BEDIENINGSINSTRUCTIES
Opmerking: Lees voor het gebruik van het
gereedschap aandachtig het instructieboekje.
GEBRUIK VOLGENS BESTEMMING
De machine is bestemd voor het indraaien en
losdraaien van schroeven en voor het boren in
hout, metal en kunststof.
ASSEMBLAGE EN
BEDIENING
ACTIE
VOOR GEBRUIK
Controle van de staat van de accu
De accu verwijderen
De batterij opladen
De accu installeren
MONTAGE
AANPASSEN VAN DE
BOORHOUDER
Waarschuwing: Zet bij het
vervangen van toebehoren de trekker
vast en sluit het gereedschap af van de
stroomtoevoer. Controleer voor
ingebruikname altijd of de bit goed
vast zit. Beschadigde boorhouders of
bits kunnen verwondingen
veroorzaken.
Het uitnemen van bits
Het aanbrengen van bits
Montage van de riemhaak en het
bitmagazijn
BEDIENING
VOOR/ACHTERWAARTSE
ROTATIE INSTELLEN
Waarschuwing: Verander nooit
de draairichting terwijl de
boormachine draait, wacht tot deze
is gestopt!
2-TRAPS
TANDWIELOVERBRENGING
INSTELLING VAN HET KOPPEL
EN HET BOREN, SCHROEVEN OF
KLOPBOREN
46
DE AAN/UITKNOP BEDIENEN
Waarschuwing: Niet langdurig
gebruiken met een lage snelheid
vanwege de warmte die daardoor
wordt gegenereerd.
LED-controlelampje
Vóór het gebruik wordt het LED-
lampje geactiveerd wanneer de Aan-/
uit-schakelaar licht wordt ingedrukt. 20
seconden nadat de Aan-/uit-schakelaar
is losgelaten, dooft dit lampje
automatisch.
Het gereedschap en de
FIGUUR
accu zijn voorzien van een
beschermingssysteem. Als de LED-
diode 3 seconden snel knippert en
Zie Fig. A1
vervolgens uitgaat, sluit dit systeem
Zie Fig. A2
de stroomtoevoer vanuit accu naar
het gereedschap automatisch af,
Zie Fig. A3
om zo de levensduur van de accu te
verlengen. Het gereedschap komt
Zie Fig. A4
tijdens het gebruik automatisch tot
stilstand als het wordt blootgesteld
aan een van de volgende
omstandigheden:
• Overbelasting: Het gereedschap
wordt gebruikt op een manier die
afname van een abnormaal grote
hoeveelheid stroom veroorzaakt. Laat
in dit geval de trekker los en stop
het gebruik van het gereedschap,
dat de overbelasting veroorzaakte.
Druk de trekker vervolgens in om het
gereedschap weer op te starten.
Zie Fig. B1
• Oververhitting: In dit geval, d.w.z. als
Zie Fig. B2
het gereedschap niet meer opstart,
Zie Fig. C1,
zijn het gereedschap en de accu
C2, C3, C4
oververhit. Laat het gereedschap en
de accu afkoelen voordat u de trekker
opnieuw indrukt.
• Lage accuspanning: De
restcapaciteit van de accu is te laag
Zie Fig. D1,
en het gereedschap zal met deze accu
D2, D3
niet meer functioneren. Neem de
accu in dit geval uit het gereedschap
en laad hem opnieuw op.
Waarschuwing: Om de lamp in te
Zie Fig. E
schakelen, drukt u op de aan/
uit-schakelaar en controleert u of de
rotatiebesturing vooruit/achteruit in de
Zie Fig. F
positie rechts/links staat.
Zie Fig. G