6. "2 IN 1"
Deze grasmaaiers kunnen worden aangepast voor
andere dan hun oorspronkelijke functie, afhankelijk van
de bedoelde toepassing:
Van een grasmaaier met achteropvang naar een
mulchmaaier.
Wat is mulchen?
Bij mulchen wordt het gras eerst gemaaid, vervolgens
uiterst fijn versnipperd, en tenslotte in het gras
teruggeblazen als natuurlijke meststof.
Tips voor mulchmaaien:
- Maai het gras regelmatig met maximaal 2 cm van 6 cm
naar 4 cm grashoogte.
- Gebruik een scherp maaimes.
- Maai geen nat gras.
- Stel het maximale motortoerental in.
- Duw de grasmaaier met een rustige werksnelheid.
- Maak regelmatig de mulchinzet, binnenkant van de
behuizing en het maaimes schoon.
EEN: Aanpassing voor gebruik als
mulchmaaier
WAARSCHUWING: Alleen wanneer de motor
gestopt is en het maaimes tot stilstand is gekomen.
1. Til de achterklep op en verwijder de grasopvangzak.
2. Plaats de mulchinzet in het maaidek. Zet de
mulchinzet vast met de knop in de opening van het
maaidek. (zie afb. 17 en 18)
3. Laat de achterklep weer zakken.
TWEE: Maaien met de grasopvangbak
WAARSCHUWING: Alleen wanneer de motor
gestopt is en het maaimes tot stilstand is gekomen.
1. Voor het maaien met de grasopvangbak verwijdert u
de mulchinzet en monteert u de grasopvangbak.
2. Verwijderen van de mulchinzet.
- Til de achterkap op en verwijder de mulchinzet.
7. BEDIENINGSINSTRUCTIES
7-1 VOOR DE MOTOR TE STARTEN
Vul de brandstoftank en olietank bij zoals aangegeven in
de aparte gebruiksaanwijzing voor de motor, die bij de
grasmaaier is geleverd. Lees de gebruiksaanwijzingen
zorgvuldig.
WAARSCHUWING: Benzine is bijzonder
brandbaar.
Bewaar brandstof in speciaal daarvoor bestemde
jerrycans.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht en voordat de
motor wordt gestart, en rook niet tijdens het bijvullen of
hanteren van brandstof.
Verwijder nooit de brandstoftankdop en vul nooit benzine
bij terwijl de motor draait of wanneer de motor warm is.
Als brandstof is gemorst, mag u niet proberen de motor te
starten, maar moet de grasmaaier worden verwijderd van
de plaats waar de brandstof is gemorst, en mag de motor
niet worden gestart voordat de brandstof verdampt is.
Plaats de doppen stevig terug op de brandstoftank en
jerrycan.
Voordat u de grasmaaier kantelt voor onderhoud van het
maaimes of voor aftappen van de olie, moet u de
brandstoftank volledig leegmaken.
WAARSCHUWING: In geen geval mag u
brandstof bijvullen in een gebouw, terwijl de motor draait
of als het afkoelen van de motor na draaien korter heeft
geduurd dan 15 minuten.
7-2 DE MOTOR STARTEN EN HET
MAAIMES INSCHAKELEN
1. Bij deze grasmaaier zit het uiteinde van de bougie een
rubberen mof. Zorg ervoor dat de metalen huls aan
het uiteinde van de bougiekabel (binnenin de
rubberen mof) goed vastzit op de metalen elektrode
van de bougie.
2. Voor het starten van een koude of warme motor draait
u de gas-chokehendel naar een stand tussen de stand
"
" en de stand "
de gas-chokehendel naar de stand "
3. U gaat achter het gereedschap staan, pakt de
stophandgreep vast en houd deze tegen de bovenste
handgreep, zoals afgebeeld in afb. 20.
4. Pak het handvat van het startkoord vast, zoals
afgebeeld in afb. 20, en trek het snel naar u toe. Plaats
het handvat na het starten van de motor rustig terug
tegen de koordgeleider. Als u de stophandgreep
loslaat, slaat de motor af en stopt het maaimes vanzelf.
Start de motor zorgvuldig zoals aangegeven in
de gebruiksaanwijzing en blijf met uw voeten
steeds op voldoende afstand van het maaimes.
Tijdens het starten van de motor mag de
grasmaaier niet worden gekanteld. Start de
grasmaaier op een vlakke ondergrond zonder
hoog gras of obstakels.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
draaiende delen. Start de motor niet als u voor
de uitwerpopening staat.
7-3 TIJDENS HET GEBRUIK
Houd tijdens het gebruik de stophandgreep met beide
handen stevig vast.
Opmerking: Als u tijdens het gebruik de
stophandgreep loslaat, slaat de motor af waardoor de
grasmaaier stopt.
WAARSCHUWING! Om te voorkomen dat de
grasmaaier per ongeluk ingeschakeld kan worden, is het
apparaat voorzien van een motorblokkering die u eerst
terug moet trekken voordat de motor gestart kan worden.
Wanneer u de motorregelhendel loslaat, moet die
terugkeren naar de uitgangsstand, waarna de motor
automatisch afslaat.
". Voor het gebruik draait u dan
". (Fig. 19)
47