2) De zuigleiding is niet hermetisch afgesloten.
2) Controleer of de aanbevolen accessoires worden gebruikt;
controleer de hermetische afsluiting van de zuigleiding;
gebruik teflon tape op de schroefdraad.
3) Het aanzuigrooster van het bodemventiel is verstopt. 3) Reinig het bodemventiel en het aanzuigrooster.
4) De lucht kan niet ontsnappen uit de perszijde omdat het
aanzuigpunt gesloten is.
4) Open, tijdens het aanzuigen de zuigopeningen
(waterkraan, flexibele leiding).
5) U heeft niet lang genoeg gewacht. 5) Vul de zuigleiding helemaal met water, wacht tot 7 minuten na
het inschakelen van het apparaat.
6) Aanzuighoogte te hoog. 6) Verminder de aanzuighoogte (max. 8 m).
7) Zuigleiding niet ondergedompeld in het water. 7) Controleer het waterniveau in de put of tank; verleng
indien
mogelijk de zuigleiding.
De motor start niet 1) Geen netspanning. 1) Controleer de spanning, steek de stekker (A12) in het
stopcontact.
Onvoldoende waterdebiet
1) Hoge aanzuighoogte en/of prevalentie. 1) De aanzuighoogte, prevalentie en externe componenten
verminderen het debiet! Dit is geen storing.
2) Aanzuigrooster van bodemventiel verstopt. 2) Reinig het aanzuigrooster.
3) Het waterniveau in het aanzuigpunt daalt snel. 3) Dompel het bodemventiel dieper in het water.
4) Het debiet van het apparaat neemt af door de aanwezigheid
van vreemde bestanddelen.
4) Reinig het pomphuis (A4) met een waterstraal door de
zuigaansluiting (A1) en persaansluiting (A2). Laat het apparaat
eventueel controleren bij de klantenservice. Gebruik een voorfilter
als het apparaat geen ingebouwd voorfilter (A1 b) heeft.
De thermostaat schakelt het apparaat
uit
1) Motor overbelast door de wrijving van vreemde bestanddelen
tegen de waaier.
Drooglopen of onvoldoende waterstroom.
1) Reinig de binnenkant van het pomphuis (A4) met een waterstraal
door de persaansluiting (A2), laat de thermostaat circa 1 uur
lang afkoelen. Laat het apparaat eventueel controleren bij de
klantenservice.