•
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los of verwijder het
contactsleuteltje,
- voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een
verstopte afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert,
schoonmaakt of eraan werkt;
- nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt.
Inspecteer de maaimachine op schade en voer
reparaties uit voordat u de machine weer start en
gebruikt;
- als de machine abnormaal begint te trillen
(onmiddellijk controleren).
- vor dem Entfernen von Verstopfungen aus dem
Mähwerk oder dem Auswurf;
•
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit tijdens
transport of als ze niet worden gebruikt.
•
Stop de motor en schakel de aandrijving naar het
hulpstuk uit,
- voordat u tankt;
- voordat u de opvangzak verwijdert;
- voordat u de hoogte verstelt tenzij de hoogte vanuit
de bestuurdersplaats kan worden ingesteld.
•
Minder gas tijdens het uitlopen van de motor, en als de
motor met een afsluitklep is uitgerust, moet u de
brandstoftoevoer aan het einde van het maaien afsluiten.
IV. Onderhoud En Opslag
•
Houd alle moeren, bouten en schroeven goed
vastgedraaid zodat u er zeker van kunt zijn dat de
machine in een veilige bedrijfsstaat verkeert.
•
Sla de machine nooit in een gebouw op, waar dampen
een open vlam of vonk kunnen bereiken, terwijl zich
benzine in de tank bevindt.
•
Laat de motor afkoelen voordat u hem in een besloten
ruimte opbergt.
•
Beperk brandgevaar: houd de motor, geluiddemper,
accuruimte en benzine-opslagruimte vrij van gras,
bladeren of een overmaat aan smeervet.
•
Controleer de opvangzak vaak op slijtage of verwering.
•
Vervang versleten of beschadigde onderdelen om
veiligheidsredenen.
•
Als de brandstoftank afgetapt moet worden, moet dit
buiten worden gedaan.
•
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van één mes andere messen
kan doen draaien.
•
Wanneer de machine moet worden geparkeerd,
opgeslagen of alleen moet worden gelaten, moet de
maai-inrichting neergelaten worden tenzij een
mechanische vergrendeling wordt gebruikt.
BELANGRIJK: Maak de bougiekabel altijd los, plaats
hem waar hij de bougie niet kan raken teneinde
onverhoeds starten te voorkomen tijdens het
opstellen, vervoeren, afstellen of uitvoeren van
reparaties.
ISO 3744
ISO 11094
Vibration
Vibration
Vibración
Vibrering
Vibrasjon
14
YTH170
17/12,6
0-7,3
107
38-102
200
LpA < 90 dBa
98/37/EC
2000/14/EC
LpA < 100 dBa
Lärmpegel
EN 1033
Vibratie
Vibrazioni
Vibration
EN 1032
Tärinä
m/s
8
4