Part no
2050542883
Issue no
1
Series no
B
Date
2013-06
Page
40
Raadpleeg technisch bestand 9836 4610 00 voor informatie over
het ATEX-certificaat.
Indien het product onderdeel is van een montage die onderdelen
bevat met verschillende ATEX-codes, is het onderdeel met het
laagste veiligheidsniveau bepalend voor de ATEX-code voor de
gehele montage.
Beschrijving
W a a r d e
Definitie
Apparatuurgroep
II
Opperlaktebewerking
Apparatuurcategorie
2
Hoog beschermingsniveau
– zone 1 (gas)
Groep II
– zone 2 (gas)
– zone 21 (stof)
– zone 22 (stof)
Atmosfeer
G
Atmosfeer met gas, dampen of
nevel
D
Atmosfeer met stof
Veiligheid
c
Veiligheid van constructie
Gasgroep
IIC
Waterstof/ Acetyleen
Max.
T1 = 450°C T2 = 300°C T3 =
oppervlaktetemperatuur
200°C T4 = 135°C T5 = 100°C T6
in atmosfeer met Gas
= 85°C
Max.
Voorbeeldtemperaturen: T85°C
oppervlaktetemperatuur
T110°C T120°C T125°C T240°C
in atmosfeer met Stof
Ex-classificatie
Indien de motor onderdeel is van een montage die onderdelen
bevat met verschillende Ex-classificaties, is het onderdeel met het
laagste veiligheidsniveau bepalend voor de Ex-classificatie voor
de gehele montage.
Richtlijnen ter voorkoming van explosies
Naast de productinstructies voor luchtmotoren, zijn de volgende
richtlijnen van toepassing op luchtmotoren met explosiebeveiliging.
Temperaturen
– De maximale, geldige omgevingstemperatuur voor dit
certificaat is 40°C.
– 40°C is ook de maximaal aanvaardbare temperatuur van
perslucht die de motor ingaat.
– Als de motor in apparatuur is gemonteerd, moet de apparatuur
als geheel voldoen aan Richtlijn 94/9/EC.
– Zorg dat de perslucht voldoet aan onze kwaliteitseisen
(kwaliteitsklasse 2.4.3. en 3.4.4 respectief 3.5.4 conform
ISO/DIS 8573-1).
– Overschrijd de maximale luchtdruk van 6,3 bar of de waarde
op de typeplaatje van de motor niet. Indien de operationele
druk wordt overschreden, stijgt de temperatuur van het
oppervlak als gevolg van de hogere rotatiesnelheid. De motor
kan hierdoor brand veroorzaken.
–
Tijdens gebruik kunnen de volgende hotspots (zie bovenstaande
afbeelding) hoge temperaturen bereiken:
– motorbehuizing
– afdichtring bij de uigaande as
NL
De hoogste temperatuur wordt bereikt wanneer de motor
onbelast aan volle druk draait. Met toenemende koppel zal de
luchtmotor de rotatiesnelheid en temperatuur verminderen.
Netheid
– Voorkom een hoge temperatuur van het oppervlak en de lager
door de motor stof- en vuilvrij te houden.
– Voorkom dat door frictie verwarmde deeltjes vrijkomen in de
atmosfeer door een geluiddemper met een filter te monteren
bij de luchtuitlaat.
Asbelasting
– Zorg dat de maximale asbelasting, zoals vermeld in het gedeelte
Installatie, niet wordt overschreden anders kan de temperatuur
van de lagers toenemen.
Installatie
Luchtkwaliteit
– Voor optimale prestaties en een langere levensduur van uw
machine, raden wij u aan perslucht te gebruiken met een
maximaal dauwpunt van +10°C. Daarnaast raden wij u aan een
luchtdroger (koeler) te gebruiken.
– Gebruik een afzonderlijk luchtfilter voor het verwijderen van
vaste deeltjes groter dan 30 micron met een watergehalte van
meer dan 90%. Installeer het filter zo dicht mogelijk bij de
machine alvorens een andere luchtbehandelingseenheid te
installeren. Blaas de slang uit alvorens deze aan te sluiten.
– De perslucht moet een kleine hoeveelheid olie bevatten.
Wij raden u aan een olievernevelaar te installeren. Deze moet
met de volgende formule worden ingesteld op het luchtverbruik
door de luchtleiding:
L = Luchtverbruik (liter/s).
(Is te vinden in onze verkoopliteratuur).
D = Aantal druppels per min. (1 druppel = 15 mm3)
L* 0,2 = D
dit is van toepassing op luchtleidingen met een lange
werkcyclus. Een smeerapparaat voor het smeren van een enkele
punt, is geschikt voor gereedschappen met een korte
werkcyclus.
– Voor smeervrije motoren is het echter voordelig als perslucht
een kleine hoeveelheid olie van een olievernevelaar bevat.
Raadpleeg voor nadere informatie de sectie Accessoires
luchtleidingen in onze algemene catalogus.
Persluchtaansluiting
– Het gereedschap is ontworpen voor een bedrijfsdruk (e) van 6
– 7 bar = 600 – 700 kPa = 6 – 7 kg/cm2.
– Blaas de slang uit alvorens hem aan te sluiten.
– De aanbevolen grootte van de inlaatslang is 13 mm (1/2'').
– De aanbevolen grootte van de uitlaatslang is 20 mm (3/4'').
Luchttoevoer aansluiten
Als de persluchttoevoer is aangesloten op de inlaat, is de
draairichting zoals aangegeven in de afbeelding hieronder. Sluit
een slang aan op de uitlaat als de uitlaatlucht via een leiding moet
worden afgevoerd.