Gaslantaarn
INLEIDING
Om het beste uit uw nieuwe product te halen, gelieve deze instructies voor gebruik
door te lezen. Bewaar de handleiding voor het geval u deze op een later moment wilt
raadplegen.
SCHOU COMPANY A/S, NORDAGER 31, DK-6000 KOLDING
GASLANTAARN
SOORT GAS: BUTAAN
VOEDINGSDRUK (CATEGORIE):
DIRECTE DRUK
GROOTTE INJECTOR: 0,2 MM
DIT TOESTEL KAN WORDEN GEBRUIKT MET ALLE TYPEN 200G (190 G) GASPA-
TRONEN AANGEMERKT ALS 'BUTAAN' DIE VOLDOEN AAN EN 417.
HET PROBEREN TE PLAATSEN VAN ANDERE SOORTEN GASPATRONEN OF GAS-
FLESSEN KAN GEVAARLIJK ZIJN.
ALLEEN VOOR GEBRUIK IN GOED GEVENTILEERDE RUIMTES
LEES VOOR GEBRUIK DE GEBRUIKSHANDLEIDING
SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De lantaarn mag alleen worden ge-
bruikt in goed geventileerde ruimtes!
De lantaarn mag niet blootgesteld
worden aan neerslag en moet tijdens
gebruik en opslag beschermd worden
tegen weersinvloeden.
De lantaarn moet op een stevige, vlakke
ondergrond worden geplaatst voordat
deze wordt aangestoken.
Het oppervlak moet uit niet-brandbaar
materiaal bestaan, zoals tegels, klinkers
of aangestampte kleigrond.
Er mogen zich geen brandbare objec-
ten zoals gras, planten of afval onder of
in de buurt van de lantaarn bevinden.
Zorg dat de lantaarn tijdens het gebruik
minimaal 1 m is verwijderd van brand-
bare materialen.
LET OP! Verplaats de lantaarn niet
wanneer deze aangestoken of heet is.
Gebruik de lantaarn nooit binnenshuis.
WAARSCHUWING! Toegankelijke
onderdelen kunnen zeer heet worden.
1336-23
PIN: 1336DN043
MODEL: 90871/3014397
GASVERBRUIK: 94,6 G/U
NOMINALE WARMTEAFGIFTE: 1,3 KW
INLAATAANSLUITING:
DIRECTE VERBINDING MET HET
GASPATROON
6
Houd kinderen en huisdieren op een
veilige afstand van de lantaarn.
De gaspatronen moeten buiten worden
vervangen, uit de buurt van elke vorm
van ontstekingsbron, zoals een open
vlam, waakvlam, elektrische verwar-
ming, enz. en uit de buurt van andere
mensen.
Controleer of het gaspatroon leeg is
voordat u deze vervangt (schud het
patroon om het geluid van de vloeistof
te horen).
Controleer of de branders zijn gedoofd
voordat u het gaspatroon of de gasfles
loskoppelt.
Als uw toestel een lek heeft (gaslucht),
neem het dan onmiddellijk mee naar
buiten naar een goed geventileerde
ruimte zonder vlammen , waar het lek
kan worden gedetecteerd en gestopt.
Als u uw toestel wilt controleren op
lekkage, doe dat dan buiten. Probeer
geen lekken op te sporen met een vlam,
gebruik zeepwater.
Gebruik het toestel niet als het bescha-
digde of versleten pakkingen heeft.
Breng geen aanpassingen aan het
toestel aan.
Controleer of de afdichtingen (tussen
het toestel en het gaspatroon of de
gasfles) aanwezig zijn en in goede staat
verkeren voordat u het toestel op het
gaspatroon of de gasfles aansluit.
WAARSCHUWING:
Het toestel moet worden gebruikt
in een goed geventileerde ruimte in
overeenstemming met de nationale
vereisten: