4.2.2. INSTELPROCEDURE HOOFDUNIT
a. Schermwijziging voor instelling van
hoofdunit - Houd de "CHECK"-schakelaar 3
seconden ingedrukt totdat alle binnenunits
zijn gestopt (met de indicator "RUN"
uitgeschakeld). De indicator "CHECK"
wordt ingeschakeld en geeft aan dat de
status is gewijzigd in de modus CHECK. De
7-segment controle-indicator geeft "1" aan
(instelmodus hoofdunit).
b. Selectie van de in te stellen zone - Druk de
"ZONE"-schakelaar in, zodat de
knipperende indicatie van het zonenummer
wijzigt in de volgorde die hierboven wordt
getoond.
c. Selectie van het in te stellen
groepsnummer - Selecteer de in te stellen
groep door de "GROUP"-schakelaar in te
drukken. Elke keer dat u op de "GROUP"-
schakelaar drukt, wordt de knipperende
indicatie van het groepsnummer verplaatst
in de volgorde die hierboven wordt
getoond.
Wanneer de hoofdunit van de geselecteerde
groep al is ingesteld, worden het Ref.nr. en
BiU-adres van die hoofdunit weergegeven,
en verschijnt de indicatie "SET".
d. Selectie van in te stellen binnenunit -
Selecteer het koelmiddelsysteemadres en
het binnenunitadres die moeten worden
ingesteld. U wijzigt het
koelmiddelsysteemadres door de " "-
schakelaar (TEMP) in te drukken en het
binnenunitadres door de " "-schakelaar
(TEMP) in te drukken volgens de
bovenstaande volgorde. Als u de
schakelaar ingedrukt houdt, wordt de
indicatie van het koelmiddelsysteemadres
of het binnenunitadres snel vooruit
gebladerd.
INSTELLEN VAN GROEPEN
Bovenstaande afbeelding toont het selecteren
van zone "2".
Bovenstaande afbeelding toont het selecteren
van zone "2" en groep "5".
Bovenstaande afbeelding toont het
selecteren van Ref.nr. "3" en BiU-adres "6".
219