OBJ_BUCH-1543-001.book Page 51 Friday, November 18, 2011 9:16 AM
– Draai de SDS-sluiting tot de vergrendeling vastklikt.
Aansluiting van de basiseenheid:
– Steek de tweede SDS-sluiting van de luchtslang overeen-
komstig de pijlmarkering stevig in de aansluiting van de ba-
siseenheid 26.
– Draai de SDS-sluiting tot de vergrendeling vastklikt.
Opmerking: Bescherm de uiteinden van de slang na gebruik
weer met de beschermdoppen.
Gebruik
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Werkvoorbereiding
Let er bij de aankoop van verfmaterialen op dat deze het mi-
lieu niet belasten.
Spuitoppervlak voorbereiden
Het spuitoppervlak moet schoon, droog en vetvrij zijn.
Tijdens het gebruik kunnen alle niet afgedekte oppervlakken
door de spuitnevel vervuild worden. Bereid daarom de omge-
ving van het spuitoppervlak zorgvuldig voor:
– Vloeren, meubels, deuren, ramen, deur- en raamkozijnen,
enz. afdekken of afplakken.
Verf voorbereiden
– Verf voorbereiden volgens de gegevens van de fabrikant.
Als de fabrikant van de verf geen informatie over de ver-
dunning geeft, wordt geadviseerd de verf met 10 % water
te verdunnen.
Advies
Uitgangshoeveelheid verf [ml]
Water [ml]
– Roer de verf grondig.
– Giet met behulp van de vultrechter 28 voldoende verf in
het reservoir 10.
– Roer de verdunde verf nogmaals grondig.
– Schroef het reservoir 10 stevig op het spuitpistool.
– Spuit bij wijze van proef op een testoppervlak. (zie „Spui-
ten", pagina 51)
Als u een optimaal spuitbeeld krijgt, kan het spuiten begin-
nen.
of
Als het spuitresultaat niet naar tevredenheid is of als er geen
verf naar buiten komt, gaat u te werk zoals beschreven onder
„Storingen verhelpen" op pagina 53.
Stijgbuis instellen (zie afbeelding B)
– Schroef het reservoir 10 van het spuitpistool los.
– Draai de stijgbuis 12 zodanig dat het spuitmateriaal vrijwel
zonder rest kan worden verspoten:
Muren verven
naar voren in de richting van de
sproeier
Plafond verven
naar achteren in de richting van de
handgreep
Bosch Power Tools
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het type-
plaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
De basiseenheid moet tijdens het gebruik altijd hori-
zontaal op een vlakke ondergrond staan. De basiseen-
heid mag nooit worden gekanteld of verticaal worden
gezet wanneer deze ingeschakeld is.
Let erop dat de basiseenheid tijdens het gebruik geen
stof of ander vuil kan aanzuigen.
Let erop dat u nooit op de basiseenheid spuit.
Inschakelen
– Plaats de basiseenheid altijd alleen horizontaal op een
vlakke en schone ondergrond.
– Steek de netstekker in het stopcontact.
– Neem het spuitpistool in uw hand en richt het op het spui-
toppervlak.
– Als u het spuitsysteem wilt inschakelen, draait u de draai-
knop 24 op de basiseenheid naar rechts tot deze niet meer
verder kan.
Geadviseerd wordt om met de maximale luchthoeveelheid
te beginnen. (zie „Luchthoeveelheid instellen", pagina 52)
– Druk de bedieningsschakelaar 9 op het spuitpistool in.
Opmerking: Als de basiseenheid ingeschakeld is, stroomt er
uit de sproeier altijd lucht.
Uitschakelen
– Laat de bedieningsschakelaar 9 los en draai de draaiknop
24 naar links tot deze niet meer verder kan.
– Plaats het spuitpistool in het opbergvak 25.
500
800
1000
– Trek de netstekker uit het stopcontact.
50
80
100
Tips voor de werkzaamheden
Spuiten (zie afbeeldingen C–D)
– Spuit eerst bij wijze van proef en stel het spuitbeeld en de
hoeveelheid spuitmateriaal in naar gelang het gebruikte
spuitmateriaal. (zie voor instellingen de volgende gedeel-
ten)
– Houd het spuitpistool beslist op een gelijkmatige afstand
van 25 cm, haaks op het te spuiten voorwerp.
– Beweeg het spuitpistool afhankelijk van de spuitbeeldin-
stelling gelijkmatig heen en weer of omhoog en omlaag.
Er ontstaat een gelijkmatige oppervlaktekwaliteit als de
banen elkaar 4 – 5 cm overlappen.
– Voorkom onderbrekingen binnen het spuitoppervlak.
Een gelijkmatige beweging van het spuitpistool leidt tot een
gelijkmatige kwaliteit van het oppervlak.
Een ongelijkmatige afstand en spuithoek leidt tot een sterke
verfnevelvorming en daarmee tot een ongelijkmatig opper-
vlak.
Spuit het reservoir voor het spuitmateriaal nooit helemaal
leeg. Als de stijgbuis niet meer in het spuitmateriaal gedom-
peld is, breekt de spuitnevel af en ontstaat een ongelijkmatig
oppervlak.
Als er spuitmateriaal aan de sproeiernaald 16 en de luchtkap
3 vasthecht, reinigt u beide delen met water.
Nederlands | 51
1 619 929 K18 | (18.11.11)