c) Toestel monteren
Opmerking : Bekijk eerst eens de inhoud van richtlijn EN 60598-2-17 en de (eventuele)
nationale normen voor u het toestel installeert. Een geschoold technicus moet de
installatie uitvoeren!
• De draagstructuur voor het toestel moet het gedurende 1 uur 10 x het vereiste gewicht
kunnen dragen zonder dat de constructie daardoor wordt vervormd.
• Het toestel moet ook worden vastgemaakt met een tweede bevestigingsmiddel vb. een
veiligheidskabel (VDLSC7 of VDLSC8).
• Ga niet net onder het toestel staan tijdens het onderhoud of wanneer u het monteert,
verwijdert, enz. Een geschoold technicus moet de installatie controleren voor u de VDL50CM
in gebruik neemt. Laat het toestel ook 1 x per jaar nakijken.
• Installeer dit toestel op een plaats waar niemand het kan aanraken en waar niet veel mensen
voorbijkomen.
• Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk
constructiemateriaal u kunt gebruiken en u moet het gebruikte materiaal en het toestel
geregeld laten nakijken. Monteer het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft.
Een slechte montage kan leiden tot verwondingen.
• Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 50cm rond het toestel.
• Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
• Sluit het toestel aan op het lichtnet via de stekker. Lichteffecten worden bij voorkeur niet
aangesloten op een dimmerpack.
• De installatie moet voor de ingebruikneming worden gekeurd door een expert.
• Op het achterpaneel vind u een keuzeschakelaar waarmee u drie werkingsmodes kunt
selecteren : muziekgestuurde werking, continu draaien of statische werking. Bij
muziekgestuurde werking kunt u de geluidsgevoeligheid van de ingebouwde microfoon
regelen met de knop op het achterpaneel. Regel de gevoeligheid bij tot de stralen bewegen
zoals u het wenst.
5. Reiniging en onderhoud
1. Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en mogen geen sporen van roest
vertonen.
2. De behuizing, de lenzen, de montagebeugels en de montageplaats (bvb het plafond of het
gebinte) mogen niet worden aangepast, bvb geen extra gaten boren in montagebeugels, de
aansluitingen niet veranderen enz.
3. De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel installeren door een
geschoolde technicus.
4. De mechanisch bewegende delen mogen geen slijtage vertonen.
6. Opgelet
• Ontkoppel het toestel van het lichtnet voor u aan onderhoudswerkzaamheden begint.
• Veeg het toestel geregeld schoon met een vochtige doek. Gebruik geen alcohol of solventen.
• Behalve de lampen en de zekering mag de gebruiker geen onderdelen vervangen. Lees "a)
Lamp inbrengen of vervangen" onder "4. Installatie" voor meer bijzonderheden.
• Bestel eventuele reserveonderdelen bij uw dealer.
VDL50CM
Procedure
7
VELLEMAN