explosie, brand, vergiftiging en letsels
leiden. Het koelmiddelcircuit staat
onder druk.
Gebruik het toestel alleen in een
ruimte met een vloeroppervlak van
meer dan 4 m
2
.
Apparaat niet doorboren of ver-
branden.
Geen voorwerpen gebruiken om
het ontdooiproces te versnellen.
Alle werkzaamheden aan het
koelmiddelcircuit alleen laten uit-
voeren door de fabrikant of door
vakpersoneel dat door de fabrikant
is geautoriseerd.
Vermijd contact met koelmiddelen.
Bij het omgaan met koelmiddelen
de geldende veiligheidsregels in
acht nemen.
WAARSCHUWING! Elektrische
schok door elektrische spanning
Werken aan spannungsvoerende
onderdelen of water op spannings-
voerende onderdelen kan levensge-
vaarlijke elektrische schokken veroor-
zaken.
Werken aan elektrische inrichtin-
gen is alleen aan elektriciëns toe-
gestaan.
Vermijd contact tussen water en
spanningsvoerende onderdelen.
Vóór elke verplaatsing het appa-
raat uitschakelen, de netstekker uit
het stopcontact trekken en het
condensreservoir le-
gen/leegpompen.
WAARSCHUWING! Infectiegevaar
Het condensaat kan met ziektever-
wekkende stoffen zijn verontreinigd.
110
Het condensaat nooit opdrinken.
Condensaat regelmatig afpompen.
Voorkom dat condensaat gedu-
rende langere tijd in het opvangvat
of de afvoerslang aanwezig blijft.
Bedrijfsomstandigheden
Het apparaat is bestemd voor mobiel
of stationair gebruik in binnenruimtes,
op bouwplaatsen, in garages en op-
slagruimten. Het apparaat werkt effi-
ciënt:
■
bij een temperatuur van +5 °C tot
+35 °C en een vochtigheidsgraad
van 40 % tot 100 % relatieve
luchtvochtigheid.
Ruimtetemperaturen tussen
20 °C en 27 °C zijn ideaal.
■
In gesloten ruimten met zo min
mogelijk luchtuitwisseling.
■
Als het apparaat zo centraal
mogelijk in de ruimte wordt opge-
steld.
■
De afgegeven, droge lucht op het
natte gebied in de ruimte gericht
is.
Gebruik het apparaat niet in omge-
vingen:
■
Met een explosieve, olie-, zwa-
vel- of zouthoudende atmosfeer.
■
Met een hoge oplosmiddel- of
stofconcentratie.