4.7
EEN BOOM SNOEIEN
Afbeelding 11.
Snoeien is het verwijderen van de takken van een
omgehakte boom.
1. Laat de lager zittende takken aan de stam zodat de
stam niet de grond raakt.
2. Verwijder kleine takken in één beweging.
3. Snoei de takken met spanning van beneden naar
boven.
4. Behoud de grotere takken beneden als
ondersteuning totdat de stam is gesnoeid.
4.8
EEN BOOMSTAM VERZAGEN
Afbeelding 12-15.
Het in stukken zagen van een boomstam wordt
NL
verzagen genoemd. Houd uw lichaam in evenwicht.
Als het mogelijk is, tilt u de stam op en houdt u hem
omhoog met takken, blokken of klossen.
•
Als de boomstam over de volledige lengte wordt
vastgehouden, zaagt u vanaf de bovenkant.
•
Als de boomstam aan één uiteinde wordt
vastgehouden,
1. Zaag de eerste keer 1/3 diameter vanaf de
onderkant.
2. Zaag de tweede keer vanaf de bovenkant totdat
alles in stukken is gezaagd.
•
Als de boomstam aan twee uiteinden wordt
vastgehouden,
1. Zaag de eerste keer 1/3 diameter vanaf de
bovenkant.
2. Zaag de tweede keer onder 2/3 vanaf de
onderkant totdat alles in stukken is gezaagd.
•
Als de boomstam zich op een helling bevindt,
1. Ga op een helling boven de boomstam staan.
2. Bedien de kettingzaag.
3. Houd de handgrepen stevig vast.
4. Verminder de zaagdruk aan het einde van de
zaagsnede.
Laat de ketting niet de bodem aanraken.
Als u klaar bent met het verzagen,
1. Laat de schakelaar los.
2. Stop de kettingzaag volledig.
3. Beweeg de kettingzaag van boom naar boom.
OPMERKING
Engels
5
ONDERHOUD
Zorg dat de kunststof onderdelen niet in contact
komen met remvloeistoffen, benzine of producten op
basis van aardolie. Chemicaliën kunnen het kunststof
beschadigen en het kunststof onbruikbaar maken.
Maak de kunststof behuizing of onderdelen niet
schoon met een agressief schoonmaakmiddel.
WAARSCHUWING
Verwijder het accupack uit de machine voordat u
onderhoud uitvoert.
5.1
DE KETTINGSPANNING
AANPASSEN
Afbeelding 2-7.
Hoe meer u een ketting gebruikt, hoe langer hij wordt.
Het is daarom belangrijk om de ketting regelmatig aan
te passen om de speling op te vangen.
Span de ketting zo strak mogelijk, maar niet zo strak dat
u hem niet met de hand kunt ronddraaien.
WAARSCHUWING
Een slappe ketting kan eraf springen en ernstig of
zelfs dodelijk letsel veroorzaken.
Draag veiligheidshandschoenen als u de ketting,
zwaard of gedeeltes rond de ketting aanraakt.
1. Schakel het gereedschap uit.
2. Draai de borgmoeren los met de sleutel.
Het is niet nodig om de kettingafdekking te
verwijderen om de kettingspanning aan te passen.
3. Draai de schroef voor de aanpassing van de
kettingspanning rechtsom om de kettingspanning te
verhogen.
4. Draai de schroef voor de aanpassing van de
kettingspanning linksom om de kettingspanning te
verlagen.
5. Als de ketting de gewenste spanning heeft, draait u
de borgmoeren vast.
6. Trek aan de ketting in het midden van het blad aan
de onderkant, weg van het blad. De ruimte tussen
de kettinggeleider en het blad moet tussen 3 mm en
4 mm liggen.
60
LET OP!
LET OP!
LET OP!
OPMERKING