Voorwerpen laden
LET OP:
Alvorens voorwerpen in het gereedschap
te laden, verzekert u zich ervan dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de remhendel vergrendeld is.
LET OP:
Alvorens voorwerpen in het gereed-
schap te laden, verzekert u zich ervan dat de
storteenheid vergrendeld is.
LET OP:
Verzeker u ervan dat de voorwerpen bin-
nen het draagrek of de laadbak worden geladen. Als
voorwerpen uit het draagrek of de laadbak steken, kunnen
deze vallen of afbreken als ze tegen obstakels botsen.
► Fig.39
LET OP:
Zorg ervoor dat de voorwerpen zodanig
geladen worden dat ze onder ooghoogte blijven. Als
de lading te hoog is, is het gevaarlijk omdat het zicht wordt
belemmerd. Bovendien bestaat de kans op omkiepen en
letsel omdat de lading waarschijnlijk niet in balans is.
► Fig.40
LET OP:
Laad geen voorwerpen boven de hoogte
van de laadbak. Als voorwerpen hoger worden geladen
dan de laadbak, kan de lading vallen of uiteen vallen.
Als voorwerpen op het draagrek worden geladen, zet
u de voorwerpen vast met touwen en bindt u deze vast
aan de sjorhaken van het draagrek.
► Fig.41: 1. Sjorhaak
Voorwerpen storten
LET OP:
Wanneer u het draagrek of de laad-
bak kantelt of terugplaatst, mag u nooit enig deel
van uw lichaam erin steken, of tussen de stor-
teenheid en het draagrek of de laadbak, of onder
de storteenheid, steken. Als u dit doet, kan dat
leiden tot letsel of brandwonden.
LET OP:
Na het storten van de lading verze-
kert u zich ervan de storteenheid te vergrendelen
door de storteenheid terug te plaatsen in zijn
oorspronkelijke stand.
LET OP:
Voordat u het draagrek of de laadbak
handmatig kantelt, verzekert u zich ervan de rem-
hendel te vergrendelen.
LET OP:
Kantel het draagrek of de laadbak op
een horizontale en stabiele ondergrond. Als u dit
op een instabiele ondergrond doet, kan dat leiden tot
een ongeval of letsel.
LET OP:
Houd de lading zo klein mogelijk. Als de
lading te groot is, mag u niet proberen het draagrek
of de laadbak te kantelen. Verklein de lading en kan-
tel vervolgens het draagrek of de laadbak.
LET OP:
Als de lading is vastgezet met tou-
wen of iets anders, maakt u deze los voordat u de
storteenheid kantelt.
LET OP:
Voordat u het draagrek of de laadbak
kantelt, verzekert u zich ervan dat zich geen mensen
of obstakels rondom het gereedschap bevinden.
U kunt de voorwerpen storten door het draagrek of de
laadbak op te tillen en te kantelen.
1.
Stop het gereedschap.
2.
Kantel de laadbak of het draagrek voorover door
de remhendel aangetrokken te houden en op de boven-
kant van de kantelschakelaar te drukken.
► Fig.42: 1. Kantelschakelaar
3.
Om de voorwerpen die zijn achtergebleven in de
laadbak of op het draagrek handmatig te storten, voert
u de onderstaande stappen uit.
•
Vergrendel de remhendel en ga naast het gereed-
schap staan.
•
Draai de vergrendelhendel van de storteenheid
naar de voorkant van het gereedschap om de storteen-
heid te ontgrendelen.
•
Houd de handgreep van de storteenheid vast en
kantel vervolgens de laadbak of het draagrek voorover
om de voorwerpen te storten.
•
Plaats de laadbak of het draagrek terug op de
storteenheid.
► Fig.43: 1. Vergrendelhendel 2. Storteenheid
LET OP:
Houd de handgreep van de stor-
teenheid stevig vast en werk vanuit een stabiele
houding.
KENNISGEVING:
te blokkeren om het gereedschap te stabiliseren.
4.
Plaats de laadbak of het draagrek terug in zijn oor-
spronkelijke positie, door de remhendel aangetrokken
te houden en op de onderkant van de kantelschakelaar
te drukken.
KENNISGEVING:
of het draagrek in zijn oorspronkelijke positie
terug te plaatsen nadat de voorwerpen zijn
gestort. Als de laadbak of het draagrek niet volledig
is teruggeplaatst en vergrendeld, wordt de rijsnelheid
van het gereedschap begrensd op 0,8 km/u.
ONDERHOUD
LET OP:
Alvorens het gereedschap op te
slaan of inspectie- of onderhoudswerkzaamheden
uit te voeren, verzekert u zich er altijd van dat het
gereedschap op een horizontale ondergrond is
geparkeerd en de remhendel is vergrendeld.
LET OP:
Verzeker u er altijd van dat de ver-
grendelsleutel en accu uit het gereedschap zijn
verwijderd vóór opslag, inspectie en onderhoud.
LET OP:
Verwijder altijd de vergrendelsleu-
tel wanneer het gereedschap niet in gebruik is.
Bewaar de vergrendelsleutel op een veilige plaats
buiten bereik van kinderen.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
altijd met gebruik van Makita-vervangingsonderdelen.
90 NEDERLANDS
Wij adviseren u de voorwielen
Verzeker u ervan de laadbak