Raak de motor of remmen van de scootmobiel tijdens gebruik of direct na gebruik niet aan,
aangezien deze onderdelen erg heet kunnen worden.
Houd deze scootmobiel buiten het bereik van kleine kinderen en denk eraan dat hij alleen bedoeld is
voor gebruik door personen die minimaal bekwaam zijn en zich comfortabel voelen bij het bedienen
van dit product.
RIJPRAKTIJKEN EN VOORWAARDEN
Controleer en volg alle lokale wetten of voorschriften die van invloed kunnen zijn op waar de
elektrische scooter kan worden gebruikt.
Rijd altijd defensief. Pas op voor obstakels die uw stuur kunnen raken of ervoor kunnen zorgen dat u
uitwijkt of de controle verliest. Pas op dat u voetgangers, andere producten op wielen (zoals
skateboards, skateboards, scooters, fietsen enz.), kinderen of dieren die uw pad kunnen kruisen,
vermijdt. Respecteer altijd wats rechten en eigendommen van anderen.
Activeer de snelheidsregeling op de handgreep alleen als u op de scootmobiel zit en zich in een
veilige buitenomgeving bevindt die geschikt is om te rijden.
Probeer of voer geen stunts of trucs uit op deze elektrische scooter. Dit product is niet gemaakt om
misbruik van springen, stoepranden of enige andere vorm van verkeerd gebruik of stunts te
weerstaan.
Houd het stuur altijd met beide handen vast. Laat nooit meer dan één persoon rijden
tegelijkertijd de scooter. Nooit gebruiken in de buurt van trappen, water of zwembaden.
Rijd nooit terwijl u een mobiele telefoon of headset gebruikt.
Houd vingers en andere lichaamsdelen uit de buurt van de riem, motor, stuursysteem, wielen en
dergelijke
de andere mobiele componenten. Rijd nooit terwijl u een mobiele telefoon gebruikt of een
koptelefoon draagt. Stap nooit op of met een ander voertuig en trek nooit aan iets of iemand.
Dompel de scooter nooit onder in water; elektrische en transmissiecomponenten kunnen worden
beschadigd door water of andere mogelijk onveilige omstandigheden creëren.
Rijd alleen op vlakke, droge oppervlakken, zoals trottoirs of vlakke grond, zonder los vuil zoals zand,
bladeren, stenen of grind. Water, modder, ijs, oneffen, gladde of ruwe oppervlakken kunnen de
tractie beïnvloeden en bijdragen tot mogelijk verlies van controle. Vermijd buitensporige snelheden
die kunnen optreden bij bergafwaarts rijden en die kunnen leiden tot verlies van controle.
Rijd niet 's nachts of in gebieden met beperkt zicht. Rijd niet bij nat weer.
Rijd niet in de buurt van iets brandbaars of explosiefs.
NOOIT gebruiken op openbare wegen, heuvels, hellende paden of in de buurt van motorvoertuigen
of zwembaden. Rijd niet binnenshuis of op oppervlakken die beschadigd kunnen raken, zoals tapijten
of vloeren.
Voor elke rit moeten de volgende controles aan de scooter worden uitgevoerd:
.Controleer of het remsysteem goed werkt.
.Dat alle componenten goed vastzitten en werken volgens de specificaties van de fabrikant.
37