LED groen
LED rood
brandt
UIT
brandt
knippert
UIT
Knippert
brandt
brandt
UIT
brandt
UIT
UIT
Aan- / uit schakelaar
Met behulp van de aan- / uit schakelaar links naast
de geaarde stekker kan de gelijkstroomomvormer
geschakeld worden. Wanneer er geen
wisselstroomverbruikers door het apparaat worden
bediend, moet de gelijkstroomomvormer vanwege
de extra hoge verliezen tijdens stand-by (ca. 1,8
Aansluiting
Bedrading
-
Let op: Houd u aan de juiste polariteit! Houdt u aan de instructies met betrekking tot
de veiligheid!
De bedrading en de beveiliging van de installatie
moeten volgens de voorschriften voor het
beschermen van leidingen of de van toepassing
zijnde voorschriften plaatsvinden. Controleer of de
spanning van de diverse componenten van het
systeem, dus het Solar Station, de solar-modules,
de zuurlood-accu, de verbruikers en hun polariteit
juist is voordat u met het aanleggen van de
bedrading begint. Vraag indien u twijfelt uw
vakhandelaar! Hou bij het installeren de
beschreven volgorde precies aan:
1. Controleer of de aangesloten accu al op aarde
is aangesloten. In dat geval moet de minpool
geaard zijn, omdat het Solar Station binnenin
het apparaat op aarde is aangesloten. Is dit niet
het geval, dan moet u de aansluiting van het
apparaat op aarde op de aardaansluiting van uw
huis aansluiten. Hebt u geen aardaansluiting,
dan moet er een aan de voorschriften
beantwoordende aarding (bijv. een aardspies)
gemaakt worden. Het apparaat mag onder
status
Het apparaat is in bedrijf. Alles is in orde.
De gelijkstroomomvormer werkt korte tijd met het nominale vermogen. Deze bedrijfsstatus is met een tijdelijke
begrenzing toegestaan.
Het apparaat heeft vanwege een ontoelaatbare overbelasting van de gelijkstroomomvormer een afschakeling
uitgevoerd. Na afloop van de wachttijd wisselt het apparaat automatisch weer naar de stand-by status.
Voorwaarschuwing volledige ontlading! De accuspanning is tot beneden de drempel voor de voorwaarschuwing voor
volledige ontlading gezakt, maar de laadgrens is nog niet bereikt.
De accuspanning is tot benden de laadgrens gezakt; de aansluitingen voor de verbruikers worden afgeschakeld. De
verbruikers worden weer aangesloten zodra de lading weer boven de terugschakeldrempel is gekomen.
Er is geen spanning of een zekering van een apparaat heeft aangesproken.
watt) afgeschakeld blijven om zodoende de accu
te ontzien.
Montage
Het Solar Station SHS200 moet in de buurt van de
accu in overeenstemming met de
beschermingscategorie worden aangebracht. De
geen enkele voorwaarde zonder aarde
worden gebruikt. omdat het gebruik van
apparaten van beveiligingscategorie I
levensgevaarlijk is als er iets fout gaat. Het
aarden van de nulleider aan de uitgangszijde
is niet toegestaan en zal ertoe leiden dat het
apparaat onherstelbaar beschadigd wordt!
2. Sluit de accu op de hiertoe voorziene
schroefklemmen B +B met de juiste polariteit
aan om kortsluiting te vermijden. Om de
spanningsafval gering en de daarmee gepaard
gaande verwarming van de kabel laag te
houden, wordt aangeraden om flexibele kabels
met een doorsnede van 4,0 mm² te gebruiken.
Er dient altijd een passende zekering volgens de
voorschriften voor de bescherming van leidingen
rechtstreeks op de pluspool van de accu te
worden voorzien. De lengte van de
aansluitkabel tussen de accu en het station mag
telkens niet meer bedragen dan 3 meter. De
groene LED op het apparaat moet branden. Is
dit niet het geval, dan dienen de
Bewaar deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding tijdens de complete gebruiksduur!
ruimte waarin de accu zich bevindt moet volgens
de voorschriften belucht worden. Het apparaat
mag niet direct boven warmtebronnen of op licht
makkelijk brandbaar materiaal worden
gemonteerd. De vrije ruimte boven en onder het
apparaat dient meer te zijn dan >100 mm.
Principeschema
veiligheidselementen en de spanning op de
toevoerleiding te worden gecontroleerd.
3. Wanneer het Station tot nu toe correct heeft
gewerkt, moet u de solar-modules met de juiste
polariteit op de schroefklemmen -M +M
aansluiten.
4. Sluit de gelijkstroomverbruikers met de juiste
polariteit op de schroefklemmen -L +L aan.
Gebruik kabel van minstens 1,5 mm² of met een
maat die bij de bescherming van de leidingen
past. Wanneer de verbruikers verder van het
Solar Station verwijderd zijn, moet u een grotere
kabeldiameter kiezen om eventuele
spanningsval op de leiding klein te houden.
Wanneer de polariteit van de aansluitingen van
de verbruikers verkeerd is, kunnen deze
ondanks de beveiliging vernield worden.
NL