UITPAKKEN
LET OP! Pak na ontvangst de doos zorgvuldig uit. Controleer of alle onderdelen aanwezig- en in goede staat ontvangen zijn. Bij
transportschade of bij het ontbreken van onderdelen onmiddellijk de verkopende partij inlichten. Bewaar de verpakking en het
verpakkingsmateriaal. Indien het product moet worden teruggestuurd, is het belangrijk dat het product in originele verpakking
wordt geretourneerd. Schakel het apparaat niet onmiddellijk in als het apparaat is blootgesteld aan drastische
temperatuurverschillen (bv. na het transport). De ontstane condensatie kan het apparaat beschadigen. Zorg ervoor dat het
apparaat eerst op kamertemperatuur komt alvorens het aan te sluiten.
AANSLUITSPANNING
Op het label aan de achterzijde/onderzijde van het product staat aangegeven op welke netspanning deze moet worden
aangesloten. Controleer of de netspanning hiermee overeenkomt. Bij alle andere netspanningen dan aangegeven kan het
apparaat onherstelbaar worden beschadigd. Tevens moet het apparaat direct op de netspanning worden aangesloten en mag
géén dimmer of regelbare voeding worden gebruikt.
Sluit het apparaat altijd aan op een beschermd circuit (aardlekschakelaar of zekering). Zorg ervoor dat het apparaat
voldoende elektrisch is geaard om het risico op elektrocutie of brand te vermijden.
OVERZICHT
1. KANAAL 1-4 VOLUMEREGELAAR
Draaien om het uitgangsvolume van het overeenkomstige kanaal te wijzigen.
2. WERKING LEDs
LED's die de bedrijfsstatus van de versterker aangeven (protect, clip, signaal, parallelle modus, bridge-modus).
3. AAN/UIT-LED
LED die de voedingsstatus aangeeft.
4. AAN-/UITSCHAKELAAR
Schakelaar om de versterker aan/uit te zetten.
5. STROOMINGANG / ZEKERINGHOUDER
Aansluiting voor het bijgeleverde netsnoer. Voor instructies over het vervangen van de zekering, zie "VERVANGEN
ZEKERING".
6. STANDBY
Wanneer ingeschakeld, gaat de versterker automatisch in stand-by wanneer gedurende 25 minuten geen invoer wordt
waargenomen. Wanneer er wel input wordt waargenomen, zal de versterker uit stand-by gaan.
7. KANAAL 1-4 UITGANGSAANSLUITINGEN
NL-4 uitgangsaansluitingen. Wanneer kanalen in brugmodus worden gebruikt, sluit u 1+/2+ aan, anders 1+/1-.
Gebruik in brugmodus kanaal 1 of 3.
8. KANAAL 1-4 INGANGSAANSLUITINGEN
XLR-ingangsaansluitingen. Wanneer de brugmodus wordt gebruikt, sluit u aan op kanaal 1 of 3.
9. MODUS
Keuzeschakelaar om te kiezen tussen parallel-, stereo- en bridge-standen.
10. LIMIT
Schakel limiet in/uit. Als deze op "in" staat, zal de versterker de amplitude beperken.
11. GROUND / LIFT
Schakelaar om te kiezen tussen aarding en lift. In de liftstand elimineert de versterker ongewenst gebrom en gezoem door
de aardlussen tussen apparatuur te onderbreken.
VERVANGEN ZEKERING
Indien de zekering defect is, dient u de zekering te vervangen door een zekering van hetzelfde type en waarde. Voor het
vervangen van de zekering, schakel eerst de stroom uit en volg de onderstaande stappen.
Procedure:
Stap 1: Open de zekeringhouder op het achter paneel met een passende platte schroevendraaier.
Stap 2: Verwijder de oude zekering uit de zekeringhouder.
Stap 3: Installeer de nieuwe zekering in de zekeringhouder.
Stap 4: Plaats de zekeringhouder in de behuizing.
5