dan uit om permanente beschadiging te vermijden. Breng het toestel naar uw verdeler. Leeg de tank voor u het
toestel vervoert.
Na een rookvlaag te hebben geproduceerd, kan er nog een beetje rook vrijkomen. Dit is normaal.
De LX501 kan in verschillende modi gebruikt worden:
standalone
met DMX512-sturing.
7.1
Het bedieningspaneel
Bedien het paneel met behulp van de toetsen [9] onder de display [7].
Toets
Functie
<FUNCTION>
toegang tot het menu en scrollen door de verschillende menuopties
<UP>
scroll door de verschillende menuopties in stijgende volgorde, of een numerieke waarde
verhogen
<DOWN>
scroll door de verschillende menuopties in dalende volgorde, of een numerieke waarde
verlagen
<TIMER>
de tijdsgestuurde modus activeren
<VOLUME>
de continu-modus activeren
<MANUAL>
de handmatige modus activeren, de continu-modus stoppen
7.2
Algemeen gebruik
1. Zorg ervoor dat de voedingskabel niet aangesloten is op het lichtnet.
2. Open het bovendeksel [4].
3. Draai de uitlaat [3] los van het reservoir.
4. Vul het reservoir met de geschikte nevelvloeistof (bestelcode LX550). Giet niet te veel vloeistof in het
reservoir. Mors geen vloeistof op het toestel.
Opmerking: Indien u teveel vloeistof giet in het reservoir, zal het toestel niet werken. Zorg ervoor dat het
vloeistofniveau de max.-aanduiding [5] niet overschrijdt.
5. Draai de uitlaat opnieuw op het reservoir en sluit het bovendeksel [4].
6. Open het deksel van de neveluitlaat [2].
7. Open het ventilatiepaneel [1] en gebruik de houder [12] om de hoek in te stellen.
8. Steek de ventilatorstekker [13] in de ventilatoraansluiting [14].
9. Sluit één uiteinde van de voedingskabel aan op de voedingsingang [10] en sluit het andere uiteinde aan op
een geschikt stopcontact.
10. Zet de Aan/Uit-schakelaar [8] op "1".
11. Wacht totdat er op het scherm "READY TO HAZE" verschijnt. Raadpleeg Standalone en DMX-modus voor
gebruiksinstructies.
12. Dit toestel is uitgerust met een automatische reinigingsfunctie voor het verwarmingselement. Na gebruik,
wacht ongeveer 3 minuten voordat u het toestel uitschakelt om het reinigingsproces te voltooien. Trek de
stekker uit het stopcontact en laat het toestel afkoelen.
Opgelet: Verwijder de ventilatorstekker [13] voordat u de deksels van de flightcase sluit.
7.3
Standalone
In autonome modus, kan het toestel werken in:
in tijdsgestuurde modus: produceert nevel in voorgeprogrammeerde tijdsintervallen. Zo kan de duur van de
neveluitstoot en de tijdsduur tussen de neveluitstoten ingesteld worden.
in continu-modus: produceert voortdurend nevel.
in handmatige modus: produceert handmatig nevel bij het indrukken van de knop <MANUAL>.
Tijdsgestuurde modus
1. Sluit niets aan op de DMX-ingang [15] van het toestel.
2. Druk op <FUNCTION> tot <INTERVAL SET> op de display verschijnt.
3. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om de tijdsduur tussen twee neveluitstoten in te stellen
(1 ~ 200 seconden).
4. Druk op <FUNCTION> tot <DURATION SET> op de display verschijnt.
5. Gebruik de <UP> of <DOWN> toetsen om de duur van de neveluitstoot in te stellen (1 ~ 200 seconden).
6. Druk op <TIMER> om de tijdsgestuurde werking te activeren.
7. Om de tijdsgestuurde werking te stoppen, druk nogmaals op <TIMER>.
V. 03 – 08/02/2013
LX501
13
©Velleman nv