3. Installatie
• De sensoren
Zorg dat waarnemingsbereik van de sensoren vrij is van elke hindernis (bumper, trekhaak).
Markeer de montageplaats van elke sensor op de bumper (zie fig. voor de afmetingen). Boor een gat met behulp van een
krachtige boor (niet meegelev.) en de meegeleverde klokzaag (Ø 22 mm). Plaats een sensor in elk gat en sluit aan op de
stuureenheid.
Herhaal deze stappen nu voor de camera maar gebruik nu de klokzaag met een diameter van 25 mm. Plaats de camera in
het gat, de sticker naar boven gericht. Ga zorgvuldig te werk en beschadig geen van de kabels.
• De stuureenheid, de zoemer en de display
Plaats de stuureenheid en de zoemer in de koffer, beschermd tegen regen, zon en schokken. Gebruik de meegeleverde
dubbelzijdige kleefband. Zorg dat u de bekabeling beschermt tegen beschadiging of onvrijwillige ontkoppeling. Plaats de
display zo op het dashboard u tijdens het rijden niet door de display gehinderd wordt.
SPBS7
8
VELLEMAN