7.2.3 Track selecteren
NL
B
Naar een volgende of vorige track gaan
Met de toetsen F.WD en REV (42) op de cd-speler
resp. de toetsen
en
bediening kunt u vooruit of achteruit naar tracks
springen:
F.WD/
: Sprong naar de volgende track
(niet verder dan de laatste track)
REV/
: Sprong naar de vorige track
(niet verder dan de eerste track)
Rechtstreekse selectie van het tracknummer
Met de cijfertoetsen (47) kunt u een track door
invoeren van het nummer ervan rechtstreeks selec-
teren; bij tracknummers met meerdere cijfers drukt u
de respectieve cijfers na elkaar in. Bij gegevensdra-
gers met gecomprimeerde audiobestanden wordt
met de cijfertoetsen de gewenste track in de ge-
opende map geselecteerd (mapselectie
stuk 7.2.4).
De cd-speler reageert met een lichte vertraging
op de trackselectie, omdat hij op de invoer van het
volgende cijfer "wacht". Om het selecteren van een
track te versnellen, kunt u na invoer van het track-
nummer op de toets ENTER (55) drukken.
7.2.4 Map selecteren
Bij gegevensdragers met gecomprimeerde audiobe-
standen en meerdere mappen kunt u met de toets
FOLDER (40) telkens vooruit naar de volgende map
springen.
Opmerking: Als op de gegevensdrager geen mappen
aangemaakt, dan worden alle tracks in de map nr. 1
samengevat. Als er meerdere mappen zijn aangemaakt,
worden de tracks in de onderstaande volgorde afge-
speeld:
1. alle tracks zonder map in de hoofdindex (aangeduid
als map nr. 1)
2. alle tracks in mappen in de hoofdindex
3. alle tracks in submappen etc.
Selección directa de número de pista
E
Los botones numéricos (47) permiten la selección
directa de una pista entrando su número; para
números de pista con más de un dígito, pulse los
números correspondientes uno detrás del otro. Para
porta-datos con archivos de audio comprimidos,
seleccione la pista que desee en la carpeta actual
con los botones numéricos (para seleccionar carpe-
tas
apartado 7.2.4).
El lector CD responde a la selección de pista con
un breve retraso ya que "espera" a que se entre el
siguiente número. Para acelerar la selección de
pista, pulse el botón ENTER (55) después de entrar
el número de pista.
7.2.4 Selección de carpeta
Para porta-datos con archivos de audio comprimi-
dos y varias carpetas, el botón FOLDER (40) per-
mite pasar a la siguiente carpeta.
Nota: Incluso si no se han creado carpetas en un porta-
datos, el lector combina todas las pistas en la carpeta
nº 1. Cuando se han creado varias carpetas, las pistas
pueden reproducirse en el siguiente orden:
1. Todas las pistas sin carpeta en el directorio raíz
(se indica como carpeta nº 1)
2. Todas las pistas en las carpetas del directorio raíz
3. Todas las pistas en subcarpetas, etc.
7.2.5 Avance / Retroceso rápido
Con los botones F.F y FB (41) en el lector de CD o
los botones
y
(41) en el control remoto,
se inicia la función de avance/retroceso rápido.
Pulse brevemente el botón correspondiente:
F.F /
Avance rápido
FB /
Retroceso rápido
Cuando se alcanza el punto deseado, pulse el botón
PLAY/PAUSE (43) del lector CD o el botón
del control remoto para la reproducción. Para porta-
datos con archivos de audio comprimidos, el
avance/retroceso rápido sólo es posible en una
pista.
28
7.2.5 Snel vooruit /achteruit zoeken
Met de toetsen F.F en FB (41) op de cd-speler resp.
de toetsen
ning kunt u het snel vooruit en achteruit zoeken star-
(42) op de afstands-
ten. Druk kort op de gewenste toets:
F.F /
FB /
Als de gewenste positie is bereikt, drukt u voor het
afspelen op de toets PLAY/PAUSE (43) op de cd-
speler resp. de toets
ning. Bij gegevensdragers met gecomprimeerde
audiobestanden is het mogelijk om binnen een track
snel vooruit/achteruit te zoeken.
7.2.6 Willekeurige reeks tracks
Om de tracks in willekeurige volgorde af te spelen,
drukt u op de toets RAN (51); het displaybericht
SHUFFLE (B) wordt weergegeven. Met de vooruit-
toets F.WD (42) op de cd-speler resp.
de afstandsbediening kunt u telkens de volgende
hoofd-
track van de willekeurige reeks selecteren. Bij gege-
vensdrager met gecomprimeerde audiobestanden
worden eerste alle tracks van de geselecteerde map
in willekeurige volgorde afgespeeld, en dan die van
de volgende map etc.
Om de shufflefunctie uit te schakelen, drukt u
opnieuw op de toets RAN.
7.2.7 Herhalingsfuncties
Door meerdere keren op de toets REP (52) te druk-
ken, kunt u verschillende herhalingsfuncties selecte-
ren. De geselecteerde functie wordt door het betref-
fende displaybericht (A) weergegeven:
1ste keer drukken op de toets (REPEAT ALL):
herhaling van alle tracks van de gegevensdrager
of, bij het afspelen van een geprogrammeerde
reeks tracks (
van de reeks tracks
volgende keer drukken op de toets
(REPEAT FOLDER):
herhaling van alle tracks in de geselecteerde map
7.2.6 Orden de pistas aleatorio
Pulse el botón RAN (51) para reproducir las pistas en
orden aleatorio; en el visualizador se muestra SHUF-
FLE (B). Mediante el botón F.WD (42) del lector CD o
(42) del control remoto, se selecciona la pista
siguiente del orden aleatorio. Para porta-datos con
archivos de audio comprimidos, primero se reprodu-
cen todas las pistas de la carpeta actual en orden ale-
atorio, a continuación las de la siguiente carpeta, etc.
Para desactivar la función Shuffle, pulse el botón
RAN de nuevo.
7.2.7 Funciones de repetición
Cuando se pulsa el botón REP (52) varias veces,
pueden elegirse varias funciones de repetición. La
función seleccionada se indica en el visualizador
mediante la correspondiente inserción (A):
Primera acción del botón (REPEAT ALL):
Repetición de todas las pistas del porta-datos o,
cuando se reproduce una secuencia de pistas
programada (
la secuencia de pistas
Siguiente acción del botón (REPEAT FOLDER):
Repetición de todas las pistas de la carpeta
actual (función disponible sólo para porta-datos
con archivos de audio comprimidos)
Siguiente acción del botón (REPEAT 1):
Repetición de la pista actual
Siguiente acción del botón:
Ninguna función de repetición activada
7.2.8 Reproducción de un bucle
Puede repetirse continuadamente una sección de
una pista.
1) Cuando se alcance el punto de inicio de la sec-
ción en la pista actual, pulse el botón A – B (48).
En el visualizador se mostrará A
(43)
2) Cuando se llegue al punto de finalización de la
sección a repetir, pulse el botón una vez más. En
el visualizador se muestra A
se repite de modo continuo.
en
(41) op de afstandsbedie-
snel vooruit zoeken
snel achteruit zoeken
(43) op de afstandsbedie-
hoofdstuk 7.2.11), herhaling
apartado 7.2.11), repetición de
.
B (J). La sección
(werking alleen bij gegevensdragers met gecom-
primeerde audiobestanden beschikbaar)
volgende keer drukken op de toets (REPEAT 1):
herhaling van de huidige track
volgende keer drukken op de toets:
geen herhalingsfunctie ingeschakeld
7.2.8 Loop afspelen
Een fragment binnen een track kan continu worden
herhaald.
1) Als in de afgespeelde track het beginpunt van het
fragment is bereikt, drukt u op de toets A – B (48).
Op het display verschijnt A
2) Als het eindpunt van het te herhalen fragment is
bereiken, drukt u opnieuw op de toets. Op het
display verschijnt A
continu herhaald.
(42) op
3) Om de loop te beëindigen, drukt u een derde
keer op de toets. De melding A
van het display.
7.2.9 Afspeeltempo/toonhoogte wijzigen
Met de toetsen PITCH (45) kunt u het afspeeltempo
en dus de toonhoogte wijzigen.
Toets HI/HIGH: om het afspeeltempo in 10 stap-
pen te verhogen
Toets LO/LOW: om het afspeeltempo in 10 stap-
pen te verlagen
Druk enkele keren op de toets HI/HIGH oder
LO/LOW tot het gewenste tempo is bereikt. Bij elke
keer drukken op de toets geeft het display kort de
geselecteerde instelling aan, b.v.
als het normale tempo met
5 stappen werd verhoogd
als het normale tempo met
2 stappen werd verlaagd
Om naar het normale afspeeltempo terug te keren,
drukt u een keer op de toets NOR.
3) Para acabar el bucle, pulse el botón una tercera
vez. Desaparece la inserción A
7.2.9 Cambiar la velocidad de reproducción/
pitch
Con los botones PITCH (45), se puede cambiar la
velocidad de reproducción y por lo tanto el pitch.
Botón HI/HIGH: Para aumentar la velocidad de
reproducción en 10 pasos
Botón LO/LOW: Para disminuir la velocidad de
reproducción en 10 pasos
Pulse el botón HI/HIG o LO/LOW las veces necesa-
rias hasta alcanzar la velocidad que desee. Cada
vez que se pulsa el botón, en el visualizador apa-
rece el ajuste seleccionado, p. ej.
Cuando la velocidad estándar
se aumenta en 5 puntos
Cuando la velocidad estándar
se disminuye en 2 puntos
Para volver a la velocidad estándar, pulse una vez
el botón NOR.
7.2.10 Silenciar el sonido
Para silenciar el sonido, pulse el botón
desactivar el silencio (mute) pulse el botón de
nuevo.
7.2.11 Programación de una secuencia de pistas
Para reproducir sólo ciertas pistas de un porta-
datos, puede programar una secuencia de pistas.
1) Pulse el botón PROG (50) para pasar al modo de
programación. En el visualizador se muestra la
inserción PROGRAM (C).
2) Programe la primera pista para la secuencia de
pistas:
— Para CDs de audio estándar:
Seleccione la pista que desee con los botones
numéricos (47) y confirme con ENTER (55). En
el visualizador se muestra el número de pista y
.
B (J). Het fragment wordt
B verdwijnt
B.
(54). Para