Hayward Navigator Guia Del Usuario página 20

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 10
Etappe 7 Schakel het filtersysteem in. Controleer
het peil van de onderdrukmeter V096 (voor de
Installatie ervan: zie fig. 2). De onderdrukmeter
dient om het waterdebiet te meten dat door het
filtersysteem van uw zwembad wordt opgewekt
en moet een onderdruk van ten minste 100 mm
(4 duim) aangeven. Normaal gesproken dient de
onderdruk per ingezet slangelement 25 mm (1
duim) te bedragen. Voorbeeld: gebruikt u tien
(10) slangelementen, dan zult u het waterdebiet
van de Navigator zo afstellen dat de onderdruk-
meter een onderdruk van 250 mm (10 duim) aan-
geeft, met een speling van ± 25 mm (± 1 duim).
Dit is een gemiddelde waarde; een waarde die
iets hoger of iets lager ligt, is best aanvaardbaar.
Haal de onderdrukmeter van de slang en hou
hem binnen handbereik. U zult hem af en toe
moeten gebruiken om de goede werking van de
Navigator te controleren.
Belangrijk: Verwijder de onderdrukmeter na het
afstellen van de Navigator. De onderdrukmeter is
immers niet voorzien om ondergedompeld te blijven
en wordt niet door de Navigator garantie gedekt.
Etappe 8 Bekijk de Navigator terwijl hij werkt. De
terugstuwing van het water in het zwembad kan
de goede werking van de reiniger in het gedrang
brengen ter hoogte van de slang aan de opperv-
lakte of wat betreft de Navigator zelf die zich op
de bodem van het zwembad bevindt. Is het
zwembad uitgerust met een terugstuwingssys-
teem voorzien van een oriënteerbare ronde plaat,
dan moet de waterstroom zo gericht worden dat
de bewegingen van de Navigator niet gehinderd
worden. In het andere geval uw dealer raadple-
gen om een passende oplossing te vinden.
Etappe 9 Controleer of de Navigator niet al te
lang blijft stilstaan tegen traptreden of andere
obstakels (verticale wanden, ladders, enz...).
Vindt u dat de Navigator vaak tot stilstand dreigt
te komen, dram de afstelknop aan de achterkant
op stand I (zie fig. 3).
Etappe 10 De Navigator beklimt verticale zwem-
badwanden van cement of glasvezel, op voor-
waarde dat de hoek op de bodem een afgeronde
hoek vormt met een straal van ten minste 30 cm.
Bij het beklimmen van een wand gaat de
Navigator niet noodzakelijk door tot de bovenrand
ervan. Hebt u de indruk dat de Navigator zich niet
aan de wand vasthecht, draai de afstelknop aan
de achterkant op stand III (zie fig. 3).
Bereikt de Navigator het wateroppervlak en zuigt
hij lucht op, draai de afstelknop aan de achter-
kant op stand I (zie fig. 3). Blijft de reiniger de
wand te ver beklimmen, verminder dan het aan-
zuigvermogen met 25 mm (1 duim) totdat de rei-
niger opnieuw normaal werkt.
Ongeveer 80 % van het vuil in een zwembad
bevindt zich op de bodem. Ongeveer 20 % hecht
zich vast aan de wanden. De Navigator doet er
dus langer over om de bodem te reinigen.
Vanwege de vorm (nl. de te scherpe hoeken) van
de meeste ingegraven liner zwembaden, kan de
Navigator alleen gebruikt worden voor het schoon-
20
maken van de bodem van het zwembad
(ongeacht de diepte) en van hellende wanden. De
Navigator beklimt de verticale liner wanden niet.
Nu de Navigator reiniger geïnstalleerd is en pro-
bleemloos werkt, kunt u volop van uw zwembad
genieten
BELANGRIJKE WENKEN
1. Controleer regelmatig of de slang van de
Navigator reiniger goed is aangesloten op de
aanzuigopening van de skimmer.
2. Maak de slang van de Navigator los alvorens
een backwash-cyclus van de filter uit te voeren.
Zo bent u er zeker van dat de waterstroom vol-
doende is voor een efficiënte backwash.
3. Rol de slang van de reiniger in geen geval
op. Problemen die te wijten zijn aan het oprol-
len van slangen, worden niet door de waar-
borg gedekt.
4. Let op. Wordt het water drastisch gechloord,
dan moet de Navigator reiniger (inclusief de
slang) uit het zwembad worden gehaald tot-
dat het chloorgehalte weer normaal is.
5. Maak de hoofdslang en de kop van de
Navigator altijd los wanneer de reiniger zich
niet in het zwembad bevindt.
6. Gebruik het handvat om de Navigator te ver-
plaatsen of op te tillen. Trek nooit aan de slang.
7. Tijdens het zwemmen, moet de Navigator (inclu-
sief de slang) uit het zwembad worden gehaald.
8. Controleer de onderdruk regelmatig met de
onderdrukmeter. Een overdreven of onvol-
doende aanzuiging veroorzaakt schade.
9. Borstel de rooster aan de achterkant regelma-
tig schoon zodat er geen afval vast blijft zitten.
Opmerking: Het verdient aanbeveling de Navigator
niet te installeren zolang deze verschijnselen onve-
randerd blijven.
TIPS VOOR HET ONDERHOUD
De Navigator is voorzien van een "losse bodem".
Dit concept is bedoeld om de toegang tot de
eenheid turbine/aanzuigkamer voor het onde-
rhoud of schoonmaken, te vergemakkelijken.
Valt de Navigator stil of beweegt de reiniger zich
abnormaal traag voort omdat er te veel vuil tegen
de kraag of aan de binnenkant van het toestel bli-
jft zitten, dan kunt u de eenheid turbine/aanzuig-
kamer gemakkelijk bereiken (zie fig. 11).
AFWIJZING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID
1. Door veroudering en onder invloed van de zon en
chemische producten worden liner aangetast.
2. De liner kan broos en zwak worden.
3. De Installatie en de omgeving van het zwem-
bad kunnen eveneens een negatieve invloed
hebben op de kwaliteit van liner.
4. Bij de installatie van de Navigator draagt u de
volledige verantwoordelijkheid wat betreft de
staat van uw zwembad en de omgeving
ervan.

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido