Hurricane HBFI 75 Instrucciones De Manejo página 64

Normale procedure:
Laat de gashendel los en wacht tot de motor stationair
draait. Zet daarna de aan-/uit-schakelaar naar „Stop",
resp. „0".
4 Werkwijze
Train vóór het gebruik van de machine alle werktechnie-
ken met een uitgeschakelde motor.
Verlengen van de snijdraad
Waarschuwing! Gebruik geen metaaldraad of metaal-
draad met kunststofmantel van welke aard dan ook in
de draadspoel. Dit kan tot ernstig letsel bij de gebruiker
leiden.
Voor het verlengen van de snijdraad, de motor volgas
laten draaien en met de draadspoel op de grond tikken.
De draad wordt automatisch verlengd. Het mes aan de
beschermkap snijdt de draad af op de toegestane lengte
(afb. 9b).
Voorzichtig: Verwijder regelmatig alle gras- en on-
kruidresten om het verhitten van de geleidebuis te voor-
komen. Gras-/onkruidresten gaan vastzitten onder de
beschermkap (afb. 9c), dit verhindert een voldoende koe-
ling van de geleidebuis. Verwijder de resten voorzichtig
met een schroevendraaier of iets dergelijks.
Verschillende maaiprocedures
Is de machine correct gemonteerd, maait het onkruid en
hoog gras op moeilijk toegankelijke plaatsen, zoals langs
hekken,muren en funderingen evenals langs bomen. De
machine kan ook voor „afmaaiwerkzaamheden" worden
gebruikt, om vegetatie te verbeteren en voor een betere
voorbereiding van een tuin of het bij de grond afmaaien.
Houd rekening met: Ook bij zorgvuldig gebruik heeft het
maaien bij funderingen, gemetselde en betonnen muren,
etc. een bovengemiddelde slijtage van de draad tot ge-
volg.
Strimmen/maaien
Zwaai de strimmer in zeisachtige bewegingen van de ene
kant naar de andere. Houd de draadspoel altijd parallel
aan de grond. Controleer het terrein en bepaal de nood-
zakelijke maaihoogte. Geleid en houd de draadspoel op
de gewenste hoogte, voor gelijkmatig maaien (afb. 9d).
Laag strimmen
Houd de strimmer met een lichte hellingshoek voor u, zo-
dat de onderkant van de draadspoel boven de grond ligt
en de draad de juiste snijpositie raakt. Maai altijd van u
af. Trek de strimmer niet naar u toe.
Maaien bij hek/fundering
Nader tijdens het maaien gaashekken, lattenhekken, na-
tuursteenmuren in funderingen om er dichtbij te maaien,
zonder met de draad tegen de hindernis te slaan. Komt
de draad bijv. met stenen, stenen muren of funderingen
in aanraking, slijt deze af of gaat rafelen. Slaat de draad
tegen het gaas, breekt de draad.
Strimmen rondom bomen
Bij strimmen rondom bomen, deze langzaam naderen,
zodat de draad de bast niet beschadigt. Loop rondom
de boom en maai daarbij van links naar rechts. Nadert
u gras of onkruid met de punt van de draad en kantel de
draadspoel iets naar voren.
Waarschuwing: Wees zeer voorzichtig bij afmaaiwerk-
zaamheden. Houd bij dergelijke werkzaamheden een
afstand van 30 meter tussen uzelf en ander personen of
dieren.
Afmaaien
Bij het afmaaien maait u de gehele vegetatie tot op de
grond af. Hierbij de draadspoel onder een hoek va 30
graden naar rechts kantelen. Plaats de handgreep in
de gewenste positie. Houd rekening met het verhoogde
letselgevaar voor de gebruiker, toeschouwers en dieren,
evenals het gevaar voor materiële schade door wegge-
slingerde objecten (bijv. stenen) (afb. 9e).
Waarschuwing: Verwijder met uw machine geen voor-
werpen van looppaden etc.! De machine is een krachtig
werktuig en kleine stenen en ander voorwerpen kunnen
15 meter en meer worden weggeslingerd en tot letsel en
schade aan auto's, huizen en ramen leiden.
Zagen
De machine is niet geschikt voor het zagen.
Vastslaan
Mocht het snijmes door te dichte vegetatie blokkeren, zet
dan direct de motor uit. Bevrijd de machine van gras en
onkruid, voordat u deze weer in gebruik neemt.
Voorkomen van terugslag
Bij het werken met het snijmes bestaat het gevaar voor
terugslaan bij het contact met vaste hindernissen (boom-
stam, tak, boomstronk, steen, etc.). De machine slaat
daarbij tegen de draairichting van de motor in terug. Dit
kan ervoor zorgen dat u de controle over de machine ver-
liest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van hekken,
metalen palen, grensstenen of funderingen.
Voor het maaien van dikke stelen, de machine positione-
ren zoals is getoond in afbeelding 9f, zodat terugslaan
wordt voorkomen.
Reiniging, onderhoud en bestellen van reser-
veonderdelen
Reiniging
• Houd de beschermingsinrichtingen, luchtspleten en de
motorbehuizing zo stof- en vuilvrij als mogelijk is. Wrijf
de machine met een schone doek af of blaas deze met
perslucht met een lage druk af.
• We raden u aan de machine direct na elk gebruik te
reinigen.
• Reinig de machine regelmatig met een vochtige doek
en wat groene zeep. Gebruik geen reinigings- of oplos-
middelen, deze kunnen de kunststofonderdelen van de
machine aantasten. Let erop dat geen water binnenin
de machine komt.
Onderhoud
Schakel de machine vóór onderhoudswerkzaamheden
altijd uit en trek de bougiedop los.
NL-7