NED ER LA ND S
1.4
Gebruik dit product waarvoor het
bestemd is
De heteluchtkachel is ontworpen voor verwarming
van bouwplaatsen, showruimtes, sporthallen,
opslagloodsen, werkplaatsen, bouwputten,
magazijnen, kassen, polytunnels,
spuitinrichtingen en voor het drogen van
landbouwproducten en bollen.
1.5
Algemene instructies
Waarschuwing
•
Lees deze handleiding zorgvuldig
door, alvorens de heteluchtkachel
te gebruiken.
•
Bewaar dit document bij de
heteluchtkachel.
•
Volg de beschreven procedures.
•
Leun nooit op de heteluchtkachel.
•
Houd minimaal 2 meter afstand van
de uitblaasopening van de
heteluchtkachel.
•
Zorg dat er voldoende lucht is voor
een goede verbranding.
•
Zorg dat er geen licht ontvlambaar
materiaal in de buurt van de
heteluchtkachel komt.
•
Voer uitsluitend reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden uit als
de heteluchtkachel voldoende is
afgekoeld, en nadat de stekker uit
het stopcontact is verwijderd.
2
INLEIDING
2.1
Doel
Deze heteluchtkachels zijn indirect gestookte
kachels met fotocelbeveiliging en met
aansluitingen voor een ruimtethermostaat en
schoorsteen met regenkap.
De heteluchtkachels zijn uitgevoerd met twee
ventilatoren.
De heteluchtkachels zijn getest op zeeniveau bij
een temperatuur van 20 °C.
2.2
Werkingsprincipe
De heteluchtkachel is uitgerust met twee
elektromotoren. De ene motor drijft de
hoofdventilator aan. De andere motor drijft de
branstofpomp aan en de ventilator voor de
verbrandingslucht. De brandstofpomp trekt
brandstof uit de tank. De ventilator blaast lucht in
de branderkamer. Veertig seconden na
inschakeling van de heteluchtkachel opent de
magneetklep van de brander en stroomt de
brandstof de verstuiver in. Een vonk tussen de
elektroden ontsteekt de verstoven brandstof. Het
IMA
IMA
licht van de vlam activeert een fotocel. Na het
verstrijken van de veiligheidsperiode, wordt de
ontsteking uitgeschakeld. Als de lucht in de
heteluchtkachel een bepaalde temperatuur
bereikt, schakelt de thermostaat de motor van de
hoofdventilator in, welke de warme lucht uit de
heteluchtkachel blaast.
De magneetklep sluit als de heteluchtkachel
wordt uitgeschakeld, of als de vlam stopt ten
gevolge van een storing. De hoofdventilator
blaast totdat de thermostaat de ventilator
uitschakelt. De koelcyclus is dan voltooid.
Dit beschrijft de heteluchtkachel in automatische
modus. U kunt de heteluchtkachel ook gebruiken
om continu te blazen met of zonder verwarming.
De heteluchtkachel heeft een eenpijpssysteem
voor de brandstoftoevoer. Op aanvraag kan het
systeem uitgevoerd worden met een
tweepijpssysteem voor de brandstoftoevoer en de
brandstofretour.
2.3
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
2.4
A
B
C
D
E
F
G
H
2.5
A
40.019.003 - rev 09 - 2018
40.019.003 - rev. 06 - 2011
Hoofdcomponenten van de
heteluchtkachel (Fig. 5)
Regenkap
Brander
Identificatieplaat
Hijsoog
Schoorsteenaansluiting
Hoofdventilator met motor
Warmtewisselaar
Branderkamer
Tigerloop
Aansluiting brandstofslang
Brandstoffilter
Heftrucksleuven
Duwbeugel
Schakelkast met bedieningspaneel
Hoofdcomponenten brander (Fig. 6)
Resetknop van de branderautomaat
Branderautomaat
Magneetklep
Branderkop met ventilator, verstuiver,
elektroden en stuwplaat
Fotocel
Brandermotor
Brandstofpomp
Ontstekingstrafo
Bedieningspaneel (Fig. 7)
Draaischakelaar:
-
0: De heteluchtkachel is uitgeschakeld.
-
1: Ventileren
-
2: Automatisch ventileren en verwarmen
-
3: Continu ventileren en verwarmen
Nederlands
7
7