NL
AANWIJZINGEN
Wij danken u voor de aanschaf van dit Olympus-
product. Lees a.u.b. voor het gebruik deze
handleiding aandachtig door en houd deze bij
de hand voor raadpleging in de toekomst.
Een andere scherpstellingsmethode
gebruiken (afb. 1)
Schuif de scherpstelring (1) in de richting
van de pijl om de scherpstellingsmethode te
veranderen.
A: AF/MF
* MF kan worden ingesteld in de camera-
instellingen.
B: MF
* AF werkt niet als de positie van de
scherpstellingsring is ingesteld op de MF-positie (B).
Autofocus stopt terwijl de L-Fn-knop (2) wordt
ingedrukt.
Bevestigen en verwijderen van de
statiefvatting (afb. 2)
Bevestigen van de kap (afb. 3)
Opbergen van de kap (afb. 4)
Wanneer u de kap opbergt, draai dan een beetje
aan de ring (3) van de kap en schuif deze naar
achter.
Wanneer u opnamen maakt, schuif naar voor tot
u een klik hoort.
Opmerkingen over het fotograferen
• De randen van foto's zouden afgesneden kunnen
worden als er meer dan één filter gebruikt wordt
of als er een dik filter wordt gebruikt.
• Wanneer u gebruikmaakt van een flitser,
wordt het licht mogelijk geblokkeerd door de
behuizing van het objectief, de lenskap enz.
• De scherpstelafstand kan veranderen
wanneer de scherpstellingsmethode van
MF naar AF/MF en dan terug naar MF wordt
geschakeld. Pas de scherpstelafstand weer
aan.
• De afstandsaanduiding is alleen bedoeld als
richtlijn.
Belangrijkste technische gegevens
Lensvatting
Scherpstelafstand
Max. diafragma
Beeldhoek
Configuratie van de lens : 10 groepen, 16 lenzen
Irisinstelling
: Micro Four Thirds
vatting
: 40 – 150 mm
(equivalent aan 80 tot
300 mm op een 35 mm-
camera)
: f2,8
: 30°– 8,2°
: f2,8 tot f22
NL
45