MASTER VOLUME [HOOFDGELUIDSSTERKTE]
Druk op de toetsen MASTER VOLUME
geluidssterkte respectievelijk te verhogen of te verminderen. Laat de
toets los wanneer u de gewenste geluidssterkte hebt bereikt. Het
gemotoriseerde bedieningselement voor de geluidssterkte op het
frontpaneel toont de geselecteerde geluidssterkte. De toetsen Master
Volume hebben geen effect op opnames die worden opgenomen via de
uitgangen Tape maar beïnvloeden toch het signaal dat naar de
voorversterkeruitgangen wordt gezonden (Pre-Out 1 &2).
BEDIENINGSELEMENT TUNER
(voor gebruik met NAD-Tuner)
TUNE (afstemmen)
of
lagere radiozenderfrequenties op zowel AM en FM.
PRESET (voorinstelling)
of
hogere of lagere voorinstelling van radiozender.
BEDIENINGSELEMENT CD-SPELER
(voor gebruik met NAD-CD/DVD-speler)
activeert Pause
activeert Stop
activeert Play [spelen] of schakelt tussen Play en Pause of activeert
het overslaan van een geluidsspoor. Druk er éénmaal op om
respectievelijk naar het volgende geluidsspoor over te gaan, of om terug
naar het begin van het huidige of een vroeger geluidsspoor te gaan.
activeert het openen en sluiten van de cd-lade. Druk er éénmaal
op om de cd-lade te openen en nogmaals om de cd-lade te sluiten en
de cd te spelen.
Met de toets TAPE/TUNER - CD kan u op de transporttoetsen cassette-
opdrachten toepassen wanneer de toets op TAPE/TUNER is geschakeld,
en cd-opdrachten op de transporttoetsen toepassen wanneer de toets
op CD is geschakeld.
Probleem
GEEN GELUID
GEEN GELUID VIA EEN KANAAL
ZWAK LAAG/DIFFUUS OF GEEN STEREOBEELD
AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET
AAN-/UIT- / BEVEILIGINGS-LED BLIJFT ROOD NA
INSCHAKELEN
AAN-/UIT- / BEVEILIGINGSINDICATOR WORDT
ROOD TIJDENS NORMALE WERKING
34
of
om de
scant respectievelijk de hogere of
selecteert respectievelijk een
PROBLEMEN OPLOSSEN
Oorzaak
•
Netsnoer niet aangesloten of unit niet
ingeschakeld
•
Tape 1 Monitor geselecteerd
•
Mute ingeschakeld
•
Achterste Pre Out/ Main in
versterkerverbindingen niet aangebracht
•
Geen luidsprekers geselecteerd
•
Balansregeling niet in midden
•
Luidspreker niet correct aangesloten of
beschadigd
•
Ingangskabel ontkoppeld of beschadigd
•
Luidspreker niet in fase aangesloten
•
Overbruggingsmodus geselecteerd wanneer
luidsprekers normaal zijn aangesloten
•
Batterijen leeg of onjuist geplaatst
•
Venster van IR-zender of -ontvanger niet vrij
•
IR-ontvanger in direct zonlicht of zeer sterk
omgevingslicht
•
Kortsluiting in luidsprekerkabels
•
Versterker is oververhit geraakt
•
Totale impedantie van luidsprekers te laag
BEDIENINGSELEMENT CASSETTERECORDER
(voor gebruik met enkele NAD-cassetterecorders).
activeert het voorwaarts spelen
Druk op deze toets om het opnemen met cassetterecorder te
pauzeren.
Druk op Play om het opnemen te activeren.
Stopt het Spelen of het Opnemen.
Activeert het terugspoelen.
Activeert het voorwaarts spoelen.
Met de toets TAPE/TUNER - CD kan u op de transporttoetsen cassette-
opdrachten toepassen wanneer de toets op TAPE/TUNER is geschakeld,
en op de transporttoetsen cd-opdrachten toepassen wanneer de toets
op CD is geschakeld.
N.B.: De afstandsbediening die met de C 372 wordt meegeleverd is een
universeel type van NAD, dat speciaal is ontworpen om meerdere NAD-
apparaten te bedienen. Sommige toetsen op deze afstandsbediening
werken niet daar de functies niet op de C 372 aanwezig zijn. De
ingangskeuzetoetsen Video 2 en Video 3 (binnen het deel nr. 2) op de
afstandsbediening werken niet op de C 372.
Rechtstreeks zonnelicht, en een zeer helle of fluorescente
omgevingsverlichting kan het werkbereik en -hoek van de
afstandsbediening beïnvloeden.
•
Controleer of netsnoer is ingestoken en unit is
ingeschakeld
•
Schakel Tape 1 Monitor uit
•
Schakel Mute uit
•
Breng verbindingen aan
•
Selecteer betreffende luidsprekers (A en/of B)
•
Zet balansregeling in midden
•
Controleer aansluitingen en luidsprekers
•
Controleer kabels en aansluitingen
•
Controleer aansluitingen op alle luidsprekers
binnen systeem
•
Schakel overbruggingsmodus uit
•
Controleer en/of vervang batterijen
•
Verwijder obstakel
•
Haal unit uit direct zonlicht, verminder
hoeveelheid omgevingslicht
•
Schakel versterker uit en controleer
kabelaansluitingen van beide luidsprekers op
achterpaneel van versterker en luidsprekers.
Schakel versterker in.
•
Schakel versterker uit. Controleer of de
ventilatiegleuven boven- en onderop versterker
niet zijn verstopt. Laat versterker afkoelen en
schakel hem in.
•
Controleer of totale luidsprekerimpedantie niet
lager is dan 4 Ohm.
•
Controleer luidsprekerkabels op kortsluitingen.
Oplossing